West en Oost
Over wat het ‘zelf’ is bestaan in het Westen en het Oosten verschillende opvattingen. In het Westen betreft het ‘zelf’ of de aanduiding ‘ik’ dat wat je kan, doet, weet en hebt. De Westerse cultuur is dan ook gericht op maken, op ontwikkeling, creëren, op meer en beter. Het Oosten is van oorsprong gespecialiseerd in Zijn en in vormen van zelfonderzoek en oefening om daarin te kunnen rusten en samen te vallen met wie je in essentie bent. Vanuit integraal perspectief gaat het om beide. Hoe dient het zelf dat beiden omvat gezien te worden?
Integratie van Oost en West
Er is een kant van ons ‘zelf’ dat het vermogen heeft om onvoorwaardelijk te rusten in zichzelf en alles te aanvaarden zoals het is. Dat is de passieve kant van het ‘zelf’. Tegelijkertijd is er de actieve kant van het ‘zelf’, dat gericht is op creëren en worden. De integrale kijk ziet deze twee ‘zelven’ als een geïntegreerd geheel. Daarin wordt Oost en West overstegen en omvat. Dat wordt door denkers op het gebied van de evolutie van menszijn gezien als de volgende fase van mens-zijn.
Individualiteit in Verbondenheid
Des te krachtiger iemands autonomie is, des te meer verbondenheid is er mogelijk. In het ‘zijn’ staan autonomie en verbinding niet tegenover elkaar. Je kunt zowel individu zijn als, als in verbinding met de ander en de wereld om je heen staan. Er is dan de potentie om ‘Individualiteit in Verbondenheid’ te ervaren, te kennen en te leven. Daarin ben je potentieel een bijdrage aan jezelf en je omgeving. Dat is niet het gevolg is van een neurotisch ‘willen’, maar van het ‘Ken Uzelve’. Je weet van binnen als vanzelfsprekend dat je een unieke expressie van het geheel bent. Voor het individu dat zichzelf definieert door zich mentaal te identificeren met zijn lichaam, zijn gevoelens en gedachtes, met wat hij weet, kan en bezit is dat niet vanzelfsprekend.
Het individuele zelf
De Westerse Verlichting heeft het individu voortgebracht, wat ons bevrijdde uit de traditionele maatschappij waarin het conformistische zelf het beste overleeft. Een zelf dat zich houdt aan collectief gedeelde waarden, normen en ‘waarheden’. In de moderne tijd krijgt de mens de mogelijkheid van een individueel bestaan, met individuele vrijheidsrechten die door de overheid beschermd worden. Dit individu bestaat voor zichzelf dankzij identificatie met zijn lichaam, handelingen, gedachtes, met wat het kan en bezit. Het beseft echter niet vanzelfsprekend dat het in deze identificaties opgesloten zit en een ‘afgescheiden zelf’ is. Wel kan eenzaamheid en de pijn over het verlies van contact met de ander en het grotere geheel het begin zijn een zoektocht.
Het ego-loze Zelf van de Oosterse Verlichting
Opgesloten in zijn identificaties, is het ‘afgescheiden zelf’ het contact met de totaliteit kwijt. Er zijn vele benaderingen uit het Oosten die dit zien als de oorzaak van onwetendheid en lijden. Maar dat hoeft niet zo te blijven. Zij spreken van ‘bevrijding’ uit dit lijden. Je gaat dan over van de oriëntatie waarbij je een afgescheiden individueel ‘ego-zelf’ bent, naar een oriëntatie waarin je beseft dat er een ‘zijn’ is waar jij de uitdrukking van bent en wat jij zelf ook bent. Deze bevrijding is de noodzakelijke doch onvoldoende voorwaarde om jezelf als onderdeel van het geheel te kennen en uit te drukken.
Je Unieke Zelf voorbij afscheiding en eenheid
Wat is dan de integratie tussen de verworvenheden over het ‘zelf’ van Oost en West? Een metafoor kan ons hierbij helpen. Westerse Verlichting gaf ons het besef dat we een los puzzelstukje zijn, maar is onwetend is over de totaliteit van de puzzel. Er is wellicht kennis van het geheel, maar dat is nog geen innerlijk weten. Oosterse Verlichting gaf ons het besef dat we onderdeel van het geheel zijn, maar is het puzzelstukje kwijt. De integratie van beide is een ‘Zelf’ dat zowel weet dat het een unieke puzzelstukje is, als beseft dat het onderdeel van het geheel is. Dit zelf noemen we het Unieke Zelf.