‘Ik had een geweldige ervaring!’

In mijn sessiekamer zit regelmatig iemand die een geweldig gevoel heeft overgehouden aan een bepaalde ervaring. Dat is vaak leuk om te horen. Maar wanneer betekent een ervaring iets voor je ontwikkeling? Een goed gevoel kan waardevol zij, maar is geen garantie voor ontwikkeling. En het streven naar goede gevoelens kan je kwaliteit van leven en je ontwikkeling in de weg zitten. Hoe zit dat?

Goede gevoelens worden gezien als beter

Allerlei methodes op het gebied van therapie, persoonlijke groei en persoonlijk leiderschap kunnen een goed gevoel opleveren. Deze gevoelens worden ook vaak toegeschreven aan een bepaalde benadering: van chakra-healing tot Reiki, van mantra-zingen tot Tantra, van lichaamswerk en ademwerk tot een ahyahuasca-rituelen en een pilletje. De aantrekkelijkheid daarvan wordt mede ingegeven door het idee dat goede gevoelens beter zijn dan onaangename gevoelens.

Fijne gevoelens zijn op zich niet beter

Gelukzalige gevoelens worden vaak aangezien voor beter en nastrevenswaard. Maar gevoelens zijn een correlaat van vele mechanismen in ons systeem. Ze kunnen bijvoorbeeld een fysieke, een emotionele of een mentale oorsprong hebben. Sommige gevoelens geven ons informatie, waarbij we er goed aan doen ernaar te luisteren. Dat kan alleen niet als we alleen groene lampjes willen en alle rode lampjes uit ons dashboard  willen verwijderen door ze te negeren of te onderdrukken. Dan kunnen we uit evenwicht raken. En dat gebeurt ook op grote schaal bij mensen die van alles uit de kast halen om goede gevoelens te krijgen.

Vast zitten in vervelende gevoelens

Het is wel begrijpelijk dat mensen streven naar goede gevoelens. Mensen zitten vaak vast in nare gevoelens. De oorsprong daarvan is echter niet het gevoelsleven zelf, maar gedachtes. Elke soort neemt zichzelf en de omringende wereld waar met soort-specifieke waarnemingsinstrumenten. Die instrumenten zijn voortgekomen uit een lang evolutieproces waarbij de het waarnemen en het reageren daarop passen bij de biotoop van de soort. Anders gezegd: het waarnemingsinstrumentarium is biotoop-adequaat. 1.) Wij mensen, hebben echter een instrument waarbij we alles wat we aantreffen via ons waarnemingsinstrumentarium ook nog betekenis geven. Dat heeft tot gevolg dat ons organismen zich niet bevindt in de situatie die door ons waarnemingens-instrumentarium wordt aangereikt, maar door hoe we over al dat materiaal denken. Hoe we er over denken wordt onze nieuwe situatie. En vervolgens reageert ons systeem er op, net zoals dat bij de dieren gebeurt zonder tussenkomst van interpretatie met betekenisvolle begrippen. Als we vast zitten in een negatief perspectief genereert ons systeem voortdurend nare gevoelens.

Ieder mens heeft een eigen wereld

De mens is ook nog in staat zich dingen voor te stellen die er niet zijn. Hij kan denken dat hij straks aangereden wordt als hij op de fiets naar het winkelcentrum gaat. Die context is dan zijn situatie. Daarom is de persoon schrikachtig, bang, bezorgd, terwijl hij rustig thuis zit. Ons voorstellingsvermogen geeft ons de mogelijkheid tot creëren. Wij kunnen daarmee onze biotoop veranderen. Zie hier hoe complex het voor een mens is om ‘biotoop-adequaat’ te zijn. Zijn subjectieve wereld is fluïde en de objectieve wereld die hij telkens opnieuw recreëert is ook fluïde. En dit terwijl onze emoties telkens reageren op hoe we de situatie zien. Onze postmoderne conditie is daarmee heel ver verwijderd van de steppen waar we vandaan komen en waarvoor ons systeem in het evolutionaire proces op enig moment biotoop-adequaat was.

De mens piekert heel wat af

Ik tref bij mensen die een vervelend gevoel hebben regelmatig de gedachte aan er iets met ze aan de hand is. En z vinden zichzelf soms ook een dief van hun eigen geluk bent als ze de middelen om een goed gevoel te krijgen niet benutten. Dat verklaard bij veel mensen de verslaving aan allerlei meer of minder schadelijke geneugten. Want zodra gestopt wordt met het consumeren van ‘gevoelsartikelen’, krijgt iedereen ook weer de vervelende gevoelens. Maar als dat niet goed is piekeren we ons suf over hoe dat dan komt en hoe we dat op kunnen lossen.

Gevoelens leren verstaan is niet vanzelfsprekend

Net zo min als je fysieke gevoelens als honger en dorst straffeloos kunt negeren, zo kun je ook emotionele gevoelens (woede, verdriet, vrees, blijdschap) en hun mentale component straffeloos negeren. Ze zijn echter veel moeilijker te verstaan dan honger, dorst, spanning, vermoeidheid. Terwijl spanning en vermoeidheid weliswaar makkelijk te verstaan zijn. Wat niet wil zeggen dat je makkelijk je vermoeidheid of je spanning kunt oplossen. Laat staan dat het vanzelfsprekend is dat je je gevoelens en gedachtes en hoe ze elkaar beïnvloeden makkelijk kunt verstaan en in beheer kunt nemen ten behoeve van je kwaliteit van leven. Dat vergt begrip en zelfonderzoek en oefening.

Terug naar normaal dan?

Toch is er in de cultuur een tendens bij veel mensen om de situatie om hen heen de schuld te geven. Daar zit wel wat in. We leven inmiddels immers in een postculturele situatie die vele middelpuntvliedende krachten op ons mentale welzijn uitoefent, met alle gevolgen voor ons gevoelsleven die daarbij horen. Hoe makkelijk zou het zijn als we terug konden naar ‘normaal’, naar naar vroeger. Ik vrees dat dat niet mogelijk is. We kunnen misschien weerstand bieden tegen de allerlei desintegrerende krachten die op het weefsel van onze samenleving worden uitgeoefend. Maar we willen ook niet terug naar een context waarin ons denken voelen gecontroleerd en gekaderd is door een collectieve moraal en ethiek of bepaalde noties over hoe de dingen zijn. We leven van platteland tot grote stad inmiddels allemaal in de postmoderne context en willen ook onze ‘eigen meningen en gevoelens’ hebben. Het prijskaartje daarvan is echter dat we het leven zoals dat zich ‘in ons en als ons’ aandient niet kunnen controleren. En we kunnen in de evolutie van bewustzijn ook niet terug; genezing door regressie bestaat helaas niet. Hoe zit dat?

Het pré-persoonlijke

Als we opgroeien hebben we nog geen ontwikkelde ‘zelfidentiteit’. We noemen de eerste periode dan ook wel pré-egoisch, pré-mentaal, pré-cultureel of pré-persoonlijk. Het kind is zich in de pré-persoonlijke fase amber bewust van iets. En als het al iets ‘merkt’ dan is dat zeker nog niet bewust. Er is nog geen vermogen om onderscheid te maken tussen binnen en buiten, de ander en zichzelf. Er is onbewust overleven en gevolg geven aan de impulsen die zich aandienen. Het kind is soms tevreden en in verrukking en op andere momenten ontevreden en krijsend. Maar dit zijn allemaal duidingen van buitenaf. Voor het onbewuste bewustzijn heeft dit geen betekenis. Lager dan dit kun je vanuit het oogpunt van bewust bewustzijn niet komen. En ook de menselijke soort als geheel kent een rudimentaire fase waarin men ongeveer leefde zoals de chimpansees, en zich nog van weinig bewust was. Vanaf hier kan een mens uitgroeien tot een crimineel of een ‘heilige’, een cultuur van barbaars tot zeer verheven, maar in beide gevallen op basis van een hele serie ontwikkelingsfases die doorlopen zijn.

Het verrijzen van de objecten

Op een gegeven moment krijgt het kind enig bewustzijn over de objecten die zich in zijn geest aandienen. Zijn hersenontwikkeling maakt het bijvoorbeeld mogelijk om via het spelen met zijn tenen zijn lichaam te ontdekken. Is er meer lading in het systeem mogelijk, dan komen de emoties (onze meest rudimenten relationele homeostasemechanismen) op en ervaart het de bijbehorende gevoelens. Ook kan het zich, door middel van de eerste primitieve afweermechanismen enigszins verweren tegen onaangename gevoelens. Dat levert weer andere gevoelens op. Er zijn vanuit de ontwikkelingspsychologie en de psychoanalyse boekenkasten gevuld met verschillende benaderingen over de eerste fases in de ego-ontwikkeling welke uitmonden in een soep van impulsen, gevoelens en sensaties, zonder veel bewustzijn over wat zich afspeelt.

Het verreizen van mentale beelden en woorden

Op een geven moment ontwikkelen we het vermogen om de soep aan impulsen en gevoelens te representeren in mentale beelden. Vervolgens kunnen we de aan de objecten en beelden onze eerste woordjes geven. Langzaam maar zeker krijgen we een wereldje waarin we bestaan. Maar voordat dit een ‘zelfidentiteit’ met enige stabiliteit op kan leveren gaan we nog door heel wat fases heen.

Het mentale

Op een gegeven moment verreist het vermogen ontstaat om mentale beelden vast te houden. Objecten kunnen mentaal gefixeerd worden als ‘iets’. Ook ontstaat het vermogen om zich met een object (een iets), te identificeren: ‘ik ben ….’. Het kind kan zich identificeren met zijn lichaam, zijn handelingen, met beelden over zichzelf of met het onderscheid tussen de ander of het andere en zichzelf.  Dit ‘identificeren’ staat nog steeds in dienst van het overleven binnen de beperkte context van het kind. Het mentale geeft de mogelijkheid tot identificaties waardoor het meer kan zijn dan de soep van lichaam, sensaties, impulsen gevoelens en emoties. Het mentale geeft ook de mogelijkheid om tot relationele patronen te komen: het kind verhoudt zich bijvoorbeeld op een bepaalde manier tot het object ‘moeder’. Deze relatie kan geïnternaliseerd worden, waardoor het kind los kan komen van de concrete moeder. Ook over dit proces bestaan verschillende benaderingen die ieder zo hun eigen boekenkasten gevuld hebben.

‘God verstopt zich in alles’

Het mentale geeft ons het vermogen objecten te objectiveren als ‘ietsen’, dingen die bestaan. Daardoor wordt het mogelijk de relaties tussen deze ‘ietsen’ te bevragen. En zo kan nieuwsgierigheid bevredigd worden door zich te verdiepen in de relaties tussen objecten of groepen objecten op basis van bepaalde indelingen. De jonge onderzoeker kan uitgroeien tot een grote wetenschapper. Het mentale kan zich oneindig ontwikkelen en verfijnen. Vanuit het onderzoek naar het bewustzijn spreken we van de dualistische geest; dit is dit …… , omdat dat ….., want …….., tenzij ……., want dan …….., waardoor …… enz. enz. In de Hindoeïstische benadering bestaat er een mooi beeld over de mens die hierin opgaat. In het hindoeïsme is God niet een extra-kosmisch gegeven, maar een intra-kosmisch gegeven. Hij is verstopt in alles wat is. Het mentale niveau van ontwikkeling heeft, met de opkomst van filosofie en wetenschap, alles wat gekend kan worden gekoloniseerd. Het louter mentale is echter niet in staat al het gekoloniseerde te zien als onderdeel van de ongrijpbaar mysterieus ontvouwing van het bestaan. Dat blijft vaak verstopt. Maar ons zoeken is oneindig.

De ontdekking van het mentale an sich als start van bevrijding

En in dat oneindige zoeken waarin het mentale zich steeds verder ontwikkeld, is op eengegeven moment in de evolutie van bewustzijn het moment gekomen dat het mentale in zichzelf nergens op rust en dat we er tegelijkertijd in gevangen kunnen zitten. Het niveau van ontwikkeling tot en met het mentale merk ineens doorzien als een beperking, als een gevangenis, als een vlies wat we over de werkelijkheid heentrekken terwijl het de echte werkelijkheid niet kan zijn. ‘Dr mind’ of het mentale zag ineens zichzelf als een bepaalde modus operandi. Dit is een ontdekking die pas mogelijk werd doordat de ‘mind’ of ‘het mentale’ verrezen was. Deze ontdekking vond daarom plaats in een aantal grote, meestal traditionele, culturen die ontstaan waren. In een aantal gevallen is dat de start geweest van het verlangen naar ‘bevrijding’ van een gevangen zijn is het mentale en ook van het gevangen zijn in alle identificaties als gevolg van de operaties van het mentale. Of dit nu om collectieve identificatie met cultuur ging of een individueel gevangen zijn in beelden en overtuigingen over wat goe, slecht en waar is. De kernen van alle grote tradities, hindoeïsme, boedhisme, jodendom, christendom, islam en nog vele anderen kennen ‘bevrijding’ als staat van zijn van de geest welke door zelfonderzoek en oefening gecultiveerd kan worden.

Het trans-mentale

En met een spirituele oefening als meditatie kun je het hele denken en voelen vanuit bewustzijn leren gadeslaan. Ineens blijkt er dan een wereld te zijn die voorbij het mentale ego met zijn angsten en gehechtheden gaat. Dat is de transpersoonlijke of trans-egoïsche wereld.

We krijgen bewust toegang tot de grotere intelligentie

Daarin zijn we weer in contact met het grotere geheel en met onszelf als een werkelijk te ervaren onderdeel van het leven. Maar omdat we nu, via onze mentale en onze ego-ontwikkeling, een enorm onderscheidingsvermogen hebben ontwikkeld, kunnen we dit domein heel anders ervaren dan het kleine kind. We kunnen ons nu op een bewuste manier, bewust worden van de eenheid van het leven en hebben een intuïtief contact met onszelf en ook met de ander. Ook de ander kunnen we nu zien als de uitdrukking van het grotere leven waar we onderdeel van uitmaken. En ons ego functioneert ook nog. Als we dit trans-persoonlijke domein betreden, is het ego in eerste instantie wellicht een beetje in de war. Maar daarna kan dit domein een enorme kwaliteit van leven met zich meebrengen.

Ik kan het niet mooier maken: U had een prépersoonlijke ervaring

Is mijn ervaring dan pré- of transpersoonlijk? Een post-egoisch bewustzijn vergt aardig wat bewuste ontwikkeling. En daarom zijn de gelukzalige gevoelens die met behulp van genoemde methodes gegenereerd kunnen worden, lang niet altijd van trans-persoonlijke aard. Kortom, vaak is men terug bij de onschuld en de eenvoud van het pré-persoonlijke niveau en is er nog geen Boeddha opgestaan. Dat geeft verder niet, maar om deze ervaringen aan te zien voor hoog bewustzijn, dat iets voor onze wereld kan betekenen, is een misvatting. En dat is precies wat in een pré/trans verwarring meestal gebeurt.

De pré/trans verwarring is populair

En deze verwarring komt heel veel voor. Tantra, bepaalde vormen van zang, met een team op de hei in trance raken door te gaan trommelen, wordt al gauw aangezien voor een hogere ervaring. En dat is ook begrijpelijk omdat zowel een pré-persoonlijke als een trans-persoonlijke ervaring niet mentaal van aard zijn. En zo heb ik, de meest rationele wel belezen mensen, die ‘eindelijk’ met behulp van één van deze methodes even uit hun afgescheiden vielen, de meest vreemde beweringen horen doen. Als men dan bijvoorbeeld ‘verbondenheid’ als een realisatie heeft, begint men mogelijk van daaruit te speculeren over wat dat allemaal voor de wereld betekent.

Volg een Integraal geïnformeerd ontwikkelingspad!

Gechargeerd uitgedrukt: Een pré-persoonlijke ervaring ligt meer in lijn met de ervaring van een baby, dan met die van een Boeddha. Ken Wilber noemt de pré/trans verwarring daarom ook wel de illusie van ‘genezing door regressie’. Om voorbij het ego in de hogere trans-mentale menselijke kwaliteiten terecht te komen, heb je zowel een gezonde persoonlijke ontwikkeling, als een adequate trans-persoonlijke ontwikkeling nodig. Ik kan je alleen maar aanraden die ter hand te nemen. Het geeft grote vreugde! Zie www.omeglevensschool.nl

  1. Biotoop-adequaat is wat mij betreft hetzelfde als ‘survival of the fittest’. Dat betekent die dat de sterksten overleven, maar de degenen die het beste ergens in ‘fitten’ (passen) overleven. Zowel de soort als de biotoop blijft evolueren. Ook voor andere soorten dan de mens is ‘biotoop-adeqatheid’ continu in evolutie als een evenwicht tussen de soort en zijn omgeving.

3 Comments

  1. Marian van der Veen september 21, 2014 at 4:10 pm - Reply

    Dank je, Mauk, voor deze heldere uiteenzetting! Het is amusant, maar in Venwoude, zonder dat ik ook maar iets tegen Venwoude heb, kwam ik tot mijn inzicht, wat jij zo helder omschrijft: de tantrische ruimte, als een bubbel van extase die slechts bestond binnen die ruimte en niets aan betekenis toevoegde aan de houding van deelnemers, zodra ze uit die ruimte stapten. Het was voor velen a.h.w. een happy instant oersoep shotje.

    Omdat ik soms zo afgezonderd en alleen was, temidden van die extasebubbel, twijfelde ik regelmatig aan mezelf of mijn intuitie juist was en of ik vluchtte voor iets. Jouw verhaal hier maakt iets helder daarin. Ik vind het nooit verkeerd om mijn eigen motieven te onderzoeken voor een houding en extase is gewoon fijn om in te zijn. Als een staat van zijn waar je je aan overgeeft en niet een jezelf verliezend vervloeien met, hmmm hoe zeg ik dat!

    Nu veeg ik niet iedereen en alles van de kaart, wat liefdevolle ervaringen, integere manieren en houding betreft, in deelnemers binnen een tantrische ruimte, of welke ruimte dan maar ook, maar je verhaal hier bevestigt het legitiem zijn van mijn inzicht toen.

    Om eerlijk te zijn was het mijn vroege jeugd verlangen, om in symbiose te zijn en elk onderscheid van eigen ruimte en wezenskern te laten vervagen. Zo snel mogelijk met zijn allen in witte gewaden voor Gods troon dansen, dat was het beeld dat ik als heel jong meisje bij me droeg. Dus het Aardse negeren en dat niet aangaan. Ik ben overigens opgegroeid als streng Gereformeerd vrijgemaakt domineesdochter, hilarisch genoeg! Dat hielp!

    De roze wolk van veel New Age aanhangers is voor mij van hetzelfde laken een pak. Daar signaleer ik ook vaak een “Oh ja…..happy..happy…happy… laten we samensmelten tot 1 bubbel van liefde, jij bent niet okay als je dat niet wilt”

    Terug naar de oersoep? Die hebben we al lang verlaten! Wat mij betreft richt ik me liever op de glans van schepper zijn van mijn eigen werkelijkheid, door het op Aarde zijn te vieren. Geen koud kunstje overigens hoor, voor me. Het heeft wat voeten in de Aarde gehad, voordat ik de handshake met Gaia aandurfde.

    Dit was de Zondagse preek van Marian van der Veen… ahem, ha ha!
    Ik zal deze site bookmarken, leuk om te blijven volgen wat je publiceert hier.
    Dank je nogmaals en vriendelijke groet van Marian.

    • Mauk Pieper september 21, 2014 at 5:33 pm - Reply

      Beste Marian,

      Dank je wel voor je Zondagse verwoording van je heldere waarnemingen uit de ervaringen die je gehad hebt.
      Fijn dat meer mensen de weg beginnen te vinden voorbij extatische ervaringen en zich beginnen af te vragen wat ze al dan niet betekenen. En vooral wat ze betekenen voorbij een voorkeur voor een ascese in de grote ruimte van bewustzijn of wat het ook mag wezen.

      Vriendelijke groet
      Mauk

  2. Marian van der Veen september 22, 2014 at 12:43 am - Reply

    “En vooral wat ze betekenen voorbij een voorkeur voor een ascese in de grote ruimte van bewustzijn of wat het ook mag wezen”.

    Dank je voor dit, Mauk, daar heb je me subtiel mee op de aarde gezet, want ik besef dat er in de heremieterse diepvanbinnenste mij ook zoiets als angst bestaat voor overgave aan…. in de grote ruimte van bewustzijn of wat het ook mag wezen. Er is koffie met cake…. na de dienst 😉

Leave A Comment

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.