Intuïtie heeft de potentie ons voorbij onze zorgen te brengen
De meeste mensen zijn te bewust om naïef of onverschillig te zijn, maar niet bewust genoeg om zoveel over hun leven te weten dat ze voorbij hun zorgen komen. En in die conditie is de mens, van alle levende wezens, de meest gekwelde. De mens is er aan gewend geraakt om zo te zijn. Maar is het nodig dat hij zo blijft? Zie ook op Het Kind
Het dier heeft pijn, maar lijdt niet
De mens wordt gekarakteriseerd door het feit dat hij de mentale capaciteit heeft om naar zichzelf en zijn situatie te kijken en alles te beoordelen. Het dier leeft spontaan en automatisch en als het zichzelf al kan waarnemen, is dat in zeer beperkte mate. En dat is de reden dat het zich geen zorgen maakt. Zelfs als het pijn heeft ten gevolge van een ongeluk of een ziekte, lijdt het niet zoals de mens, omdat het zichzelf niet waarneemt, niets in de toekomst projecteert en zich geen dingen in het hoofd haalt. Het volgt wat zich aandient in zijn gevoeligheid voor zichzelf in relatie tot zijn omgeving. En daarin heeft het veel ‘weet’ over wat goed voor hem is. En zo leefden ook de eerste mensen.
Het onbewuste leven heeft geen ‘problemen’
Het dier en de eerste mensen leefden gewoon volgens wat zich als ‘instinct’ in hen aandiende. Bij de mens begiftigd met bewustzijn benoem ik ‘instinct’ ook wel als ‘onbewuste intuïtie’. Dieren kunnen met dit ‘instinct’ de wereld over reizen en na een seizoen in dezelfde baai of dezelfde boom terugkeren. Dit vertegenwoordigt een gigantische database aan onbewust ‘weten wat te doen’. Maar ook de eerste mens had deze capaciteit, zoals bewoners van eilanden in de oceaan weten dat er een tsunami aankomt. Deze onbewuste intuïtie gaat het bewuste begrip te boven. Er wordt ook geen bewuste verantwoordelijkheid voor het leven genomen, waardoor er ook geen zorgen zijn. Het ‘weten hoe te leven’ is op dit niveau geheel automatisch. Daarom werkt deze vorm van ‘weten’ alleen met betrekking tot dingen die door de eeuwen heen hetzelfde blijven. Zodra de mens cultuur voort gaat brengen en een eigen biotoop in de biotoop aarde gaat creëren kan het niet meer vertrouwen om zijn onbewuste intuïtie. Maar kan het sindsdien dan wel vertrouwen op zijn kennis?
De mens lijdt, zelfs zonder ongeluk of ziekte
De mens heeft zich op een gegeven moment afgescheiden van de vanzelfsprekende band met het leven. Dat geldt voor de intuïtieve band met het eigen lichaam, maar ook de band met de natuur. Daarbij heeft de mens de capaciteit van zijn geest gebruikt om in een ‘afgescheiden zelf’ te leven. De mens is zich gaan identificeren met zijn gedachtes over wat ‘goed’ en ‘waar’ of ‘slecht’ of ‘onwaar’ is. Het afgescheiden zelf identificeert zich met ideeën, gevoelens, kennis, bezittingen, vaardigheden en rollen. Maar daarmee raakt de mens het zicht en de voeling kwijt op de totaliteit van zijn leven. Het kan niet meer luisteren naar het leven dat hij zelf is, noch naar het leven waar hij onderdeel van is. De mens wordt een los bolletje dat het contact met de werkelijke bron van informatie over zijn bestaan verloren heeft. Vervolgens gaat het zich, vanuit dit beperkte zicht op zijn bestaan, zorgen maken over zijn overleven. En dat is de fundamentele reden voor zijn kwelling. Met zijn objectiverend bewustzijn en zijn anticipatie op toekomstige rampen, is er een permanente angst en zorg in zijn leven. Dit resulteert er in, dat de mens, begiftigd met bewustzijn, in een terugkerende gekweldheid leeft. Er is nauwelijks een miserabelere toestand voorstelbaar dan die van een wezen dat verantwoordelijk is voor zijn bestaan, maar de sleutel ontbeert om zijn problemen op te lossen. Dat is de oorsprong van al zijn moeilijkheden en terugkerende vragen: Wie ben ik? Wat moet ik doen? Wat zal er gebeuren? … zonder te weten hoe hier mee om te gaan.
Heel worden met jezelf en je omgeving
De meeste mensen zijn te bewust om naïef of onverschillig te zijn. Zij doen vanuit hun afgescheiden zelf hun best er het beste van te maken, vaak onwetend over de gebrekkigheid van de apparatuur waarmee ze te werk gaan. En in die conditie is is de mens, van alle levende wezens, de meest gekwelde. De mens is er aan gewend geraakt om zo te zijn. Maar is het nodig dat hij zo blijft? Er bestaat in de evolutionaire spirituele traditie informatie over de mogelijkheden om voorbij deze kwelling te komen. Door mensen als Sri Aurobindo en Ken Wilber en in de transpersoonlijke psychologie, wordt gesproken over Intuïtie als een vorm van bewustzijn voorbij ons automatische dierlijke niveau van leven, maar ook voorbij het afgescheiden zelf. Bewuste intuïtie is een vorm van bewustzijn waarmee we bewust open staan en toegang hebben tot ons gehele eigen wezen en open staan voor de informatie die voortvloeit de manier waarop we opgenomen zijn in, en onderdeel zijn van onze omgeving. Dit is een vorm van bewuste intuïtie die ook gebruikt kan worden in een complexe snel veranderende postmoderne samenleving.
Transmentaal bewustzijn
De mens kan naar dit hoger niveau van bewustzijn komen, dat uitgaat boven zijn onbewuste automatische functioneren en zijn afgescheiden zelf. We spreken hier over transmenstaal bewustzijn en ‘bewuste intuïtie’. Deze vorm van menselijke bewustzijn is tot veel meer in staat dan dierlijk bewustzijn of ‘onbewuste menselijke intuïtie’, of afgescheiden bewustzijn. De mens kan zich op een trans-mentaal niveau bewust worden van alles wat zijn leven omvat. Dan komt er in het menselijke wezen het vermogen vrij, om het doel en de betekenis van zijn bestaan te kennen, zoals een walvis weet welke baai zijn doel is. Dan leeft de mens in de visie van de culminatie van zijn inspanningen. Dan kan een mens een helder en gefundeerd vertrouwen vinden in zijn weten. Daar kan hij zijn hele wezen aan toevertrouwen en zijn zorgen achter zich laten. Het gaat om een innerlijk weten dat toegang heeft tot veel meer ‘weten’ dan het afgescheiden zelf ooit kan hebben. Alle kennis die voortgebracht is door het afgescheiden zelf, door levenservaring of externe kennis kan door dit bewustzijn gebruikt worden.
Er staat voor de mens maar één weg open
Waar de mens niet terug wil vallen in een onbewuste staat van zijn en niet wil blijven hangen in zijn afgesplitste objectiveringen van het afgescheiden zelf, is er maar één weg voor hem open. De weg om op te rijzen tot een hogere staat van zijn, waar zorgen zijn vervangen door een vertrouwensvolle overgave aan zijn zekere blik op wat komen gaat. Dit is een staat van zijn, die vertrouwen kent zonder te hoeven weten dat zijn overleven gegarandeerd is. Volledig gecommitteerd aan wat zijn hart hem ingeeft, alles includeren, wat hem raakt, wat hij ervaart, leest, ziet, weet en tot hem komt.
Evolutionaire Spiritualiteit
Binnen de context van een evolutionaire spiritualiteit heeft bewustzijn de functie om de immer aanwezige evolutionaire puls in ons private en openbare leven te kunnen verstaan. Deze puls die de ontvouwing van het leven representeert, individueel en collectief, is iets wat zich aan je voordoet voorbij de voorkeuren van het afgescheiden zelf. Het herbergt een weten over de volgende stap, terwijl het tegelijkertijd ontdaan is van angst en zorgen over het resultaat. We spreken over een bewustzijn dat de verandering die zich aandient voorbij zijn voorkeuren tegemoet treedt, met een kalme zekerheid en met vertrouwen in ‘weten’ en handelen. De lastige overgangen, die ieders levensvoltooiiing nu eenmaal met zich meebrengt, worden met behulp van dit bewustzijn veel makkelijker genomen. Dit zonder de pijn die er kan zijn te ontkennen.
Dit bewustzijn ziet de gehele aarde op als zijn biotoop en draagt mens, dier en natuur in hart en geest. Dat dit bewustzijn door steeds meer mensen verworven wordt is voor de voortgang van het leven op aarde van doorslaggevend belang.
UPDATED 8 september 2017
Hoi Mauk,
Hoe zie jij het oefenen in Dankbaarheid in de door jou genoemde context?
Ik hoor graag van je!
Liefs Lisette
Lieve Lisette,
Leuke vraag in de context van jouw inspanningen om ‘Dankbaarheid’ in de aandacht te brengen.
Het leven is niet altijd leuk en heeft van zichzelf geen noties van ‘gelijkheid’ of ‘rechtvaardigheid’. Dus ondanks onze culturele pogingen is het leven soms niet eerlijk en rechtvaardig.
In die context is ‘Dankbaarheid’ soms een moeilijke zaak. Pas als je de positie in wilt nemen dat het leven een wonder is dat jou op zijn minst potentieel laat zien en geeft wat jij nodig hebt om een volgende stap te zetten, wordt ‘Dankbaarheid’ een reële optie en oefening. En dan komt je hogere intuïtie en werkelijke intelligentie ook weer in beeld.
En verder bestaan er natuurlijk allerlei vormen om dat te oefenen. Één daar van is de ‘Dankbaarheidsstreng’ hanteren die jij in de wereld zet.
Hartegroet
Mauk