Retro-romantiek: terug naar vroeger

Het is populair om te denken dat we terug moeten naar de tijd toen het nog normaal was. terug naar vroeger, toen we nog normaal deden, toen alles nog duidelijk was. Dit is een beweging die zowel gaande is op individueel niveau als op collectief cultureel niveau. Deze beweging luidt het einde van het neoliberale tijdperk in en verzet zich tegen de multiculturele postmoderne levensinstelling. Maar kunnen we wel terug?  Om zich te krijgen op het antwoord op deze vraag beperk me hier vooral tot het individuele niveau.

De evolutie van het ‘zelf’

Om daar kijk op te krijgen geef ik een korte ontwikkelingsperspectief op het ‘zelf’ in combinatie met de evolutie van onze cultuur. Elke culturele ontwikkelingslaag gaat samen met een ander ‘zelf’. In onderstaande hanteer ik een aantal noties uit de ontwikkelingspsychologie, uit de evolutie van cultuur en uit de wijsheid tradities. Vervolgens bespreek ik een aantal veel voorkomende verwarringen. Dan wordt duidelijk dat een baby geen Boeddha-bewustzijn kan hebben en dat we ook niet terug naar normaal kunnen.

Het pré-persoonlijke

Als we opgroeien hebben we nog geen ‘zelfidentiteit’. We noemen de eerste periode dan ook wel pré-egoisch, pré-mentaal, pré-cultureel of pré-persoonlijk. Het kind is zich in de pré-persoonlijke nog niet van iets bewust. Er is wel bewustzijn, maar daar is geen bewustzijn over. Dus als het kind iets ‘merkt’ is daar geen bewust bewustzijn over. Er is onbewust overleven en gevolg geven aan de impulsen. Het kind is soms tevreden en in verrukking en op andere momenten ontevreden, huilend en krijsend. Lager dan dit kun je vanuit het oogpunt van bewust bewustzijn niet komen.

Het vermogen tot ‘zelf-identiteit’

Op een gegeven moment verreist het vermogen om objecten te onderscheiden al ‘iets’. Daarmee is het subject of ‘het zelf’ verschenen dat zich tot iets verhoudt. Het merkt bijvoorbeeld zijn lichaam op. Dat kunnen we zien doordat het kind met zijn tenen begint te spelen. Daaruit kunnen we afleiden dat het bewustzijn van het kind niet meer helemaal samenvalt met zijn lichaam. En zo merkt het na ongeveer zes weken ‘de ander’, meestal ‘mamma’. En zo voort. Er zijn vanuit de ontwikkelingspsychologie boekenkasten gevuld met verschillende benaderingen over deze eerste fases in de ego-ontwikkeling waarbij achtereenvolgens de verschillende lagen waaruit het menselijke wezen is opgebouwd, in beeld komen.

Identificatie en groei

Het duurt echter nog een tijd voordat het ‘zelf’ zich kan identificeren met een object. Eerst is er geen differentiatie mogelijk tussen subject en object. (Fusion state.) Dan ontstaat het subject / object onderscheidt. Vervolgens kan het zich gaan identificeren met specifieke objecten. Juist door het verlaten van de subject / object-loze staat ontstaat kan het zich vereenzelvigen met iets. Het gaat zich achtereenvolgens identificeren met zijn lichaam en later met allerlei andere objecten: met wat het kan, doet, heeft, de rol die het kan spelen, met wat het weet, bezit, denkt, enzovoort. In de loop der jaren identificeert het ‘zelf’ zich telkens met objecten in nieuwe gebieden. Het stort zich daar vol overgave in. In die zin kun je zeggen dat het in deelgebieden van de werkelijkheid verdwijnt, ze van binnenuit leert kennen en dan naar een volgens gebied gaat. En pas als het uit een verdwijning in een bepaald gebied komt, kan het bewust beschikbaar komen;  je kunt pas iets zien waar je in opgegaan was, als je er weer uit en voorbij bent! Je kunt een ‘objectgebied’ (lichaam, emoties, denken, bepaalde vaardigheden) pas bewust in bewustzijn onderscheiden als het van buitenaf bekeken kan worden. Bewust bewustzijn is dus iets wat ontstaat in de loop van de evolutie van de individuen en collectieve ontwikkeling van de mens.

Het ontstaan van het mentale

Op een gegeven moment betreedt het menselijke wezen en de cultuur de wereld van het ‘mentale’. Dan ontdekt men dat men operaties kan uitvoeren met het ene begrip van de geest op een ander begrip van de geest. Het is de wereld van geestelijke objecten en de relaties daar tussen. Het mentale wordt een laag die zelfstandig, los van de andere lagen kan opereren. We kunnen dus betekenis geven aan objecten van de geest zelf. En ook daarmee kunnen we ons identificeren. En dat is de voorwaarde om tot cultuur te komen: een gezamenlijke intersubjectieve wereld. Een mensgerichte (antropocentrische) cultuur.

Het traditionele zelf

Toen we voorbij de stemmensamenlevingen groeiden ontstonden er volkeren. Daarin ontstond de traditionele cultuur waarin we tot collectief mentale identificaties kwamen: mijn volk, mijn cultuur, ons godsdienst, onze mores, waarden en normen etc. Het is een sociocetrisch niveau van ontwikkeling, waarin het om ‘ons’ gaat en ‘wij’ centraal staan. En dat ‘wij’ waarmee we ons identificeren impliceert een ‘niet wij’ waar we ons van afkeren. Op dit traditionele niveau van ontwikkeling ontstond het ‘conformistische zelf’ wat in staat is de externe cultuur te internaliseren. Dit ‘wij / zij’ -niveau van ontwikkeling is weid verspreid over de aarde en maakt zelfs een ‘revival’ mee.

Het moderne zelf

In de moderne tijd ontdekten we het ‘individuele zelf’ dat zich niet meer identificeert met onze ideeën, vermogens, kennis, vaardigheden, prestaties en rollen, maar met mijn zaken. Het is wat ‘ik kan’, ‘ik weet’, ‘ik bereik’, ‘ik heb’, ‘ik me aan weid’, ‘ik doe’, ‘ik verdien’ ik recht op heb’, mijn rol’, mijn functie’ etc. Maar daarmee kwam het ook tot de erkenning dat we allemaal mensen zijn. Op dit niveau werd werd bijvoorbeeld het bezit van slaven afgeschaft en verrezen de universele rechten van de mens. Het ontstaan van het mentale en het uitputtend ingaan van het mentale bracht de mens potentieel voorbij dit niveau van ontwikkeling.

De ontdekking van het mentale an sich als start van bevrijding

Op een gegeven moment is in de evolutie van bewustzijn het moment gekomen dat het mentale zichzelf zag. Dat betreft niet de inhoud van de gedachtes, maar het mentale en zijn modus operandi zelf. Het op zich mentale vermogen, uit eerdere ontwikkelingsfases, waarbij een subject iets tot object kan hebben, breidt zich hier dus uit naar het mentale ‘an sich’. Het gevangen zijn in het mentale an sich veronderstelt echter dat met er voorbij gegroeid is naar het transmentale.  En op het moment dat iemand daar geraakt ervaart hij ‘bevrijding’ van opgesloten zijn in zijn mentale puzzel.

Bevrijding van het mentale in een traditionele context

Het is eigenlijk wel logisch en begrijpelijk dat de ontdekking van het mentale an sich plaats vond in de traditionele context waar het individu nog niet belangrijk was: de Indiase samenleving met een kastenstelsel. De cultuur was zo dwingend, dat er in het dagelijkse leven geen verandering mogelijk was. Men brak als het ware naar binnenkom door,  vanuit  de mentale verstrengeling van de culturele context. Men ontdekte dat men vrij kon worden van cultuur, terwijl men er in zat. Bevrijd zijn van alle objecten bracht het zwaartepunt van het bewustzijn helemaal naar binnen. Het zwaartepunt van het bewustzijn kwam in het bewustzijn zelf terecht. Een gebied waar geen subject-object-dualiteit is. Daarom wordt dit gebied ook wel aangeduid als ‘non-duaal’. Dit vindt echter plaats in als overstijging van het mentale welke in het bewustzijn verschijnt. Het is dus bewust transmentaal bewustzijn en niet het onbewuste a-duale bewustzijn van de baby, wat nog geen onderscheid kent.

Het verschijnen van het individu

Deze ontdekking vond daarom plaats in een aantal grote, meestal traditionele, culturen. In een aantal gevallen is die bevrijding doorgedrongen tot wijsheidstradities die een monotheïstische opvatting van ‘het hogere’ hadden. Dat betekende dat er vormen van onderzoek en oefening gepraktiseerd werden waarin een individu zich persoonlijk verhield tot ‘God’, het bestaan one het hogere. Dat belangrijkste daarvan zijn het Jodendom, Christendom en de Islam. Het Jodendom en het Christendom zijn daarbij volgens historici de drijvende kracht geworden voor de bevrijding van het individu uit de traditionele maatschappij en het ontwikkelen van de moderne maatschappij met individueel burgerschap. Dat is echter geen bevrijding van externe cultuur maar doorgroeien naar een minder knellende culturele situatie. Dit individu ging zich vanuit zijn geïndividualiseerd mentale bewustzijn verhouden tot de objectieve wereld van ‘dingen’ en gooide de innerlijke bevrijdingstocht overboord. Dit werd door Weber aangeduid als de ‘onttovering van de wereld’.

Het ontstaan van het ‘relativisme’

Nu wordt hier veelal het volgende tegenin geworpen: We weten toch al lang dat de dingen die we denken maar relatief zijn! Daar zijn een paar aantekeningen bij te maken. Dat de dingen relatief zijn is pas gemeengoed sinds de postmoderne denkers dit in de cultuur gebracht hebben. Een van hun ontdekkingen was dat de wereld waarin wij subjectief en intersubjectief leven en wat voor ons ‘de wereld’ is, een talige constructie is. 2.) Daarmee werden doorzien dat al onze duidingen aan perspectief onderhevig zijn. Dat geld niet alleen in ons dagelijkse leven, maar ook in moraal, ethiek en zelfs in de wetenschap. En niet alleen bij de sociale wetenschappen, maar bij alle wetenschap. Zie hier de geboorte van de relativiteit van ‘waarheid’ wat in extreme vorm ‘post-truth-bewustzijn’ wordt. Maar is dat nu hetzelfde als de ‘bevrijding van het mentale sich’?

Het gevoelige zelf

In de postmoderne cultuur zijn alle gefixeerde ideeën uit de traditionele en moderne tijd over ‘goed waar en schoon’ is, gedeconstrueerd. In deze postmoderne conditie ontstaat het ‘postmoderne zelf’. Het ‘zelf’ identificeert zich niet meer met een vast ‘iets’. Daarmee komt het ‘zelf’ in een fluïde toestand terecht. Dat betekent ook dat de mentale verstarring die zich in het lichaam als een ‘lichaamspantser’ voordoet fluïde wordt. Dat heeft weer als gevolg dat gevoelens minder afgeweerd worden en alles wat voorheen afgeweerd werd potentieel in het zelf verreist of het zelf overspoelt. Daarom wordt dit ‘postmoderne zelf’ ook wel het ‘gevoelige zelf’ genoemd. En zo verschijnen in mijn gesprekskamer steeds vaker mensen die zichzelf ‘hoogsensaitief’ noemen.

Het hoog subtiele bewustzijn

Wat het gevoelige zelf vaak niet doorziet is dat de gevoelens in feite een cirkel van ‘denken voelen’ is. En vrijwel altijd is er ook een mentale identificatie met die cirkel van denken/voelen. Men zegt dan dingen waaruit blijkt dat men geïdentificeerd is met hoe iets voelt. Het voelt niet goed = ik voel me net goed = er is iets aan de hand met mij: een versie van het gevoelige zelf waar het mentale vermogen tot ‘identificatie’ de gevoelens gegijzeld heeft. Ik zeg het wel eens zo: dan zijn we gekomen van een tijd waarin het ‘mentale ego’ de baas was, naar een tijd waarin het ‘gevoels ego’ de baas is. Zijn we daarmee veel opgeschoten? In de spirituele tradities die zich zowel met de absolute als met de relatieve kant van de evolutie van bewustzijn bezig houden, wordt de mentale identificatie van het ‘ gevoelige zelf’ met denken/voelen geduid als ‘verslaving aan het hoog subtiele’. 2.) Dit is zeker geen bevrijding uit het mentale an sich.

Het trans-mentale causale bewustzijn

De spirituele kernen (spiritueel maar niet gelovig) van de grote tradities, die zich met zelfonderzoek bezig houden hebben ontdekt dat we ons kunnen bevrijden uit mentale fixaties en uit het mentale an sich. Een van de vormen van onderzoek is de meditatie-praktijk. Op enig moment kun je ontdekken dat je je hele denken / voelen vanuit bewustzijn gadeslaat. Je valt daarmee bewust samen met het gewaarzijn zelf. In aan aantal spirituele tradities wordt de staat van zijn waar je dan in zit ‘causaal’ genoemd. Je verwijlt in bewustzijn waarin alle denken/voelen verrijst en verdwijnt. Het kan heel stil worden. Maar hoe stil het ook wordt, op de achtergrond blijft en lichaam en het denken / voelen doorgaan. Bovendien heb je het onderscheidingsvermogen dat ‘de mind’ heeft ontwikkeld nodig om dit alles op een bewuste manier bewust te onderscheiden. Dit is de onbevooroordeelde ‘perspectiefloze perspectief’ van waaruit wellicht toegang gekregen kan worden tot alles wat daarin opdoemt. Hier kan ook ervaren worden dat er niets bij voorbaat het geval is, dat er geen hechting en geen ‘angst en vrees’ opdoemt. Dit wordt dan aangeduid als ‘ZIJN’.

Het non-duale bewustzijn

Het causale bewustzijn wordt in sommige ascetische tradities vaak als het einde van het spirituele pad gezien. (Theravada Boeddhisme, Advaita.) Maar vanuit latere stromingen is men gaan onderzoeken wat het betekent om met dit bevrijde bewustzijn de wereld weer te omarmen. Die stromingen noemen het bewustzijn wat de wordende wereld omarmd pas ‘non-duaal’. Zij onderzoeken een staat van zijn die zowel ‘ZIJN’ als ‘WORDEN’ in zichzelf omarmt en ontmoet. Dit is echter niet primair een metaal begrijpen. Het is een ‘staat van zijn’ welke gebruik maakt van het onderscheidingsvermogen van ‘de mind’ welke ontwikkeld is in de mentale ontwikkeling. Het centrum van het bewustzijn rust in het bewustzijn zelf. Daarin verschijn ‘jij zelf’, als een integraal wezen: fysiek, emotioneel, mentaal, geestelijk en spiritueel. En omdat het zwaartepunt van het bewustzijn in jouzelf ligt zijn er wel grenzen aan lichaam, emoties, gedachtes, anderen, dingen in de wereld, maar er is geen ‘binnen / buiten’. In die zin ben jij alles. En je gevoeligheid en mentale onderscheidingsvermogen kunnen in dienst treden van deze staat van zijn welke gevoelens alle denken /voelen omvat en overstijgt.

We krijgen bewust toegang tot de grotere intelligentie

Daarin zijn we weer in contact met het grotere geheel en met onszelf als een werkelijk te ervaren onderdeel van het leven. Maar omdat we nu, via onze mentale en onze ego-ontwikkeling, een enorm onderscheidingsvermogen hebben ontwikkeld, kunnen we de soep van gevoelens en mentale representaties heel anders ervaren dan het kleine kind. We kunnen ons nu op een bewuste manier, bewust worden van de eenheid van het leven en hebben een intuïtief contact met onszelf en ook met de ander. Ook de ander kunnen we nu zien als de uitdrukking van het grotere leven waar we onderdeel van uitmaken. En ons ego functioneert ook nog. Als we dit trans-persoonlijke domein betreden, is het ego in eerste instantie wellicht een beetje in de war. Maar daarna kan dit domein een enorme kwaliteit van leven met zich meebrengen. We kunnen dus verder. Maar dit is lastig. En gemak is makkelijker en aantrekkelijker in deze tijd.

Pre-trans verwarring 1. Spiritualiteit = naar gevoelens luisteren

Een post-egoisch bewustzijn vergt aardig wat bewuste ontwikkeling. Lichaamswerk, ademwerk, maar ook hallucinerende middelen leiden er soms toe dat de eg-structuur niet bewust gerelativeerd en doorzien wordt als iets waarmee men geïdentificeerd is, maar tot een decompensatie van de egostructuur. Vaak denkt men terug te zijn bij de onschuld, de eenvoud, de gevoeligheid, de liefdevolheid  van het pré-persoonlijke niveau. Men weet even niet dat bij het wijken van het karakterpantser, fysiek, emotioneel en mentaal, de voelbare ‘zelfidentiteit’ alleen waarneembaar is door het later ontwikkelde onderscheidingsvermogen.
De optredende decompensatie is een vorm van regressie wie als bewuste vorm van schaduwwerk zijn waarde kan hebben als het daarin vrijkomende materiaal weer geïntegreerd wordt. Maar deze regressieve toestand naar het pre-persoonlijke te zien als het betere en hogere van het transpersoonlijke, is een pré-trans vergissing. En ik zeg het maar even plat en direct hier: genezing door alleen regressie bestaat niet. En wellicht kan iedereen daar al makkelijk contact mee maken door zijn aandacht te brengen naar het impulsieve ‘apengedrag’ dat vanuit onderbuik uitgeleefd wordt nadat de ego-decompensatie heeft plaatsgevonden.

Pré-transvergissing 2: Spiritualiteit = een vrome houding

In bovenstaande hebben we ook een tweede pré-tansversgissing al benoemd. Namelijk dat er ooit een natuurtoestand was, zoals de hof van Eden welke het paradijs zelf was. De houding is dan niet dat de pré-mentale gevoelens spiritueel van aard zijn, maar dat er een toestand is waarin we nog heilig waren. En die geheiligde toestand moeten we tegen elke prijs hooghouden en prediken. Dit zou je met een woordspeling niet de pré-transfergissing kunnen noemen maar de trans-pre-vergissing.

Pré-transverwaaring 3. Het transmentale pakken met het mentale; spiritueel materialisme

Er is ook een ‘heilige doen’ niet op basis van het prementale, maar op basis van het transmentale. Hier behoren alle spirituele houdingen bij die mensen er op nahouden na het volgen van een meditatie- of andere retraite waarin ze transmentale ervaringen hebben gehad. Ze hebben causaal bewustzijn ervaren en vinden dan dat er thuis stilte moet zijn. Of ze gaan over tot een ascetische houding en trekken zich terug uit het ellendige bestaan omdat dat niet het goed is. Dit zou je dan een ‘verwarring van transmentaal met mentaal’ kunnen noemen.

Pré-transvergissing 4. De trans-mentale wereld bestaat niet

Toen ik een tijd met bewuste ontwikkeling bezig was verdiepte ik me in de ‘Mind-Life’ conferenties. In het bijzonder in die welke uitgemonde is in het boek ‘Destructieve Emoties’ van Daniel Coleman. Daarin gaat de Dalai Lama in gesprek met Westerse wetenschappers over emoties. Wetenschappers uit de gedragswetenschappen, de neurologie, de evolutiepsychologie en zo nog meer. Toen ik daar waardering voor uitsprak tegenover mijn vader, lachte hij wat meewarig en liet blijken dat ik kennelijk een volgeling was geworden van een religieuze richting met de giechelende primitieveling, de Dalia Lama, als leider. Mijn vader had op basis van zijn opleiding, wetenschappelijke en mentale verworvenheden en in zijn werk ten behoeve van oor boeren in Afrika, Indonesië, Vietnam en Thailand gesteund op zijn mentale verworvenheden. Voor hem wat het voortbrengen van het goed en het ware een mentale bezigheid. Vanuit het bewust perspectief was zijn ontwikkeling, hoe ontwikkeld ook, gekomen tot en met het mentale niveau. Het mentale niveau doorziet ook niet dat het opgesloten is in het mentale. Het is niet echt onbevooroordeeld. Grote wetenschappers blijken daarom vaak een vorm van zelfonderoek en oefening te hebben.

Volg een Integraal geïnformeerd ontwikkelingspad!

Uit bovenstaande mag duidelijk zijn dat ik niet zie hoe we terug naar normaal zouden moeten. Sommigen proberen binnen de postculturele context de oude normaliteit te herintroduceren. Ik vrees echter dat ook de mensen die daar initieel in mee lijken te gaan niet in oude vakjes terug te duwen zijn.
Het postmoderne zelf dat elk perspectief voor mogelijk houdt of zelfs bepaalde vormen van denken/voelen-perspectieven verheft boven anderen heeft geen toegang tot de wereld. Het is niet opgesloten in een mentaal ego, maar in een gevoelsego.
Alleen het transmentale bewustzijn is weer open naar de wereld, ook al weet het dat we altijd door een lens kijken. Dat bewustzijn is potentieel ook werkelijk redelijk en mentaal helder, omdat transmentaal is en de operaties van ‘de mind’ potentieel helder kan gebruiken.
Wil je zelfonderzoek en oefening doen om dit perspectief hard te maken voor je kwaliteit van zijn in je dagelijkse leven?

  1. Er is een denken voelen aan da hand waarmee men zich identificeert. Met kan zelfs vanuit de energetische lading van denken/voelen op zeer inspirerende en soms bezwerende wijze spreken. Een politicus die de ‘onderbuikgevoelens (lees los hangend onbewust denken/voelen) weet te bespelen wordt door Sri Aurobindo een Assura genoemd

3 Comments

  1. Marian van der Veen september 21, 2014 at 4:10 pm - Reply

    Dank je, Mauk, voor deze heldere uiteenzetting! Het is amusant, maar in Venwoude, zonder dat ik ook maar iets tegen Venwoude heb, kwam ik tot mijn inzicht, wat jij zo helder omschrijft: de tantrische ruimte, als een bubbel van extase die slechts bestond binnen die ruimte en niets aan betekenis toevoegde aan de houding van deelnemers, zodra ze uit die ruimte stapten. Het was voor velen a.h.w. een happy instant oersoep shotje.

    Omdat ik soms zo afgezonderd en alleen was, temidden van die extasebubbel, twijfelde ik regelmatig aan mezelf of mijn intuitie juist was en of ik vluchtte voor iets. Jouw verhaal hier maakt iets helder daarin. Ik vind het nooit verkeerd om mijn eigen motieven te onderzoeken voor een houding en extase is gewoon fijn om in te zijn. Als een staat van zijn waar je je aan overgeeft en niet een jezelf verliezend vervloeien met, hmmm hoe zeg ik dat!

    Nu veeg ik niet iedereen en alles van de kaart, wat liefdevolle ervaringen, integere manieren en houding betreft, in deelnemers binnen een tantrische ruimte, of welke ruimte dan maar ook, maar je verhaal hier bevestigt het legitiem zijn van mijn inzicht toen.

    Om eerlijk te zijn was het mijn vroege jeugd verlangen, om in symbiose te zijn en elk onderscheid van eigen ruimte en wezenskern te laten vervagen. Zo snel mogelijk met zijn allen in witte gewaden voor Gods troon dansen, dat was het beeld dat ik als heel jong meisje bij me droeg. Dus het Aardse negeren en dat niet aangaan. Ik ben overigens opgegroeid als streng Gereformeerd vrijgemaakt domineesdochter, hilarisch genoeg! Dat hielp!

    De roze wolk van veel New Age aanhangers is voor mij van hetzelfde laken een pak. Daar signaleer ik ook vaak een “Oh ja…..happy..happy…happy… laten we samensmelten tot 1 bubbel van liefde, jij bent niet okay als je dat niet wilt”

    Terug naar de oersoep? Die hebben we al lang verlaten! Wat mij betreft richt ik me liever op de glans van schepper zijn van mijn eigen werkelijkheid, door het op Aarde zijn te vieren. Geen koud kunstje overigens hoor, voor me. Het heeft wat voeten in de Aarde gehad, voordat ik de handshake met Gaia aandurfde.

    Dit was de Zondagse preek van Marian van der Veen… ahem, ha ha!
    Ik zal deze site bookmarken, leuk om te blijven volgen wat je publiceert hier.
    Dank je nogmaals en vriendelijke groet van Marian.

    • Mauk Pieper september 21, 2014 at 5:33 pm - Reply

      Beste Marian,

      Dank je wel voor je Zondagse verwoording van je heldere waarnemingen uit de ervaringen die je gehad hebt.
      Fijn dat meer mensen de weg beginnen te vinden voorbij extatische ervaringen en zich beginnen af te vragen wat ze al dan niet betekenen. En vooral wat ze betekenen voorbij een voorkeur voor een ascese in de grote ruimte van bewustzijn of wat het ook mag wezen.

      Vriendelijke groet
      Mauk

  2. Marian van der Veen september 22, 2014 at 12:43 am - Reply

    “En vooral wat ze betekenen voorbij een voorkeur voor een ascese in de grote ruimte van bewustzijn of wat het ook mag wezen”.

    Dank je voor dit, Mauk, daar heb je me subtiel mee op de aarde gezet, want ik besef dat er in de heremieterse diepvanbinnenste mij ook zoiets als angst bestaat voor overgave aan…. in de grote ruimte van bewustzijn of wat het ook mag wezen. Er is koffie met cake…. na de dienst 😉

Leave A Comment

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.