Meer voelen en altijd goed voelen is een paradox
Veel mensen willen zichzelf en het leven intens ervaren en voelen. En ze willen daarin hun gevoelsleven onder controle hebben en zich vooral goed voelen. Dat is een paradox. Het is óf meer voelen, waarbij je fijne en minder fijne gevoelens hebt, of meer controle. Meer leven of meer controle. Hoe zit dat?
Een goed gevoel als een beloning
Gevoelens zijn een correlaat van vele mechanismen in ons systeem. Ze kunnen een fysieke, emotionele, mentale of nog andere oorsprong hebben. Gevoelens, zowel de prettige als minder prettige, nodigen ons uit ernaar te luisteren zodat we ons systeem en ons leven in beheer kunnen nemen. Bij sommige gevoelens is dat makkelijker dan bij andere. Bij een fysiek gevoel is dat soms makkelijk. Zo nodigt het onprettig fysieke gevoel van ‘honger’ ons uit te gaan eten. Dat geeft een prettig gevoel van bevrediging: een teken dat we een gevoel goed verstaan hebben.
Uit evenwicht raken
Dat werkt echter niet als we alleen prettige gevoelssignalen willen en alle onprettige gevoelssignalen uit ons dashboard verwijderen door ze te negeren, te onderdrukken of te manipuleren. Dan kunnen we uit evenwicht raken. En dat zien we ook op grote schaal gebeuren. Vooral bij mensen die van alles uit de kast halen om een goed gevoel te krijgen om onprettige gevoelens te overschrijven in plaats van ernaar te luisteren. De dieren lijken hier een voorsprong te hebben. Wat maakt dit voor een mens zo lastig?
Biotoop-adequaat zijn
Elke soort neemt de wereld waar met soort-specifieke waarnemingsinstrumenten. Die instrumenten zijn voortgekomen uit een lang evolutieproces waarbij het waarnemen en het reageren daarop past bij de biotoop waarin geleefd wordt. Anders gezegd: het waarnemingsinstrumentarium en de reactie van het organisme daarop is biotoop-adequaat. 1.) De mens staat daarbij voor een bijzondere opgave en uitdaging.
De discrepantie tussen waarneming en duiding
De mens neemt niet alleen waar, maar geeft ook nog betekenis aan wat hij waarneemt. Potentieel ligt er daarbij een veel grotere ruimte tussen feit en duiding, dan bij directe waarneming. We duiden onze waarnemingen op basis van de betekenissen die in een lang leerproces aan objecten zijn toegekend. Vervolgens duiden we iets automatisch als iets lijkt op een object waaraan we eerder betekenis gegeven hebben. Daarna reageren we op die duiding zoals de dieren regeren op de waarnemingen zonder tussenkomst van duiding.
Voorstellingsvermogen heeft voor en nadelen
Mensen zijn in staat zich dingen voor te stellen die er niet zijn. Een mens kan bijvoorbeeld denken dat hij aangereden wordt als hij straks op de fiets stapt. Op die voorgestelde situatie reageert zijn systeem meteen met alertheid en bezorgdheid. Dit wordt een probleem als we ons voortdurend zorgen maken over de toekomst.
Maar een mens kan zich ook dingen voorstellen die er niet zijn en die we graag willen laten verschijnen. Dat is de eerst stap van creëren, waardoor we tegenwoordig in een vliegtuig kunnen stappen. En zo veranderen wij onze wereld. En dat proces verloopt steeds sneller. En dan is duiding op basis van het verleden potentieel steeds minder adequaat.
Zie hier hoe complex het voor een mens is om ‘biotoop-adequaat’ te zijn. Hij recreëert voortdurend zijn wereld en reageert daar grotendeels automatisch op.
Gevoelens leren verstaan is niet vanzelfsprekend
Net zo min als fysieke gevoelens als honger en dorst straffeloos genegeerd kunnen worden, zo kunnen ook emotionele gevoelens (woede, verdriet, vrees, blijdschap etc.) niet straffeloos genegeerd worden. Emoties zijn complexere homeostasemechanismen dan fysieke homeostase-mechanimen. Ze zijn van oorsprong ontstaan bij hogere diersoorten die in groepen leven met complexe sociale relaties. (Zie hiervoor de beschrijving van de werking van een aantal emoties in de Serie ‘De kracht van emoties’ > ) Dit hele pakket aan fysieke en emotionele gevoelens wordt overgedetermineerd door onze (meestal) automatische duiding. Deze hele machinerie, stelt ons voortdurend voor de vraag wat de oorsprong van onze gevoelens is en wat ze betekenen. Dit vereist een levenskunst die je meestal niet thuis, niet op school of in het voortgezet onderwijs hebben geleerd.
Gevoelens leren verstaan vergt zelfonderzoek en oefening.
Neem de volgende puzzel. Stel ik tref bij mijzelf een gevoel van walging aan. Is dat dan een correlaat van mijn spijsverteringssysteem, van een situatie waarin iemand mij op een bepaalde manier bejegend heeft, of van een veel subtielere antenne waarmee ik de betekenis, de waarde of de richting van mijn leven evalueer? Het is een levenskunst om op al deze lagen zowel de rode als de groene lampjes te ontvangen en te verstaan. Dat kan alleen als we een punt vinden buiten al deze verschijnselen. Een punt waarin we bij een dieper liggend ‘zelf’ zijn, waar we kunnen rusten en van waaruit we dit ter hand kunnen nemen.
Leven in een paradox
Inmiddels leven veel mensen in een uiterst paradoxale situatie. Aan de ene kant wil men niet bepaald worden door externe morele en ethische overwegingen. Men wil voelen en een ‘eigen mening hebben’ en zich losmaken van beperkingen. Daardoor ontstaat inderdaad een afstand tot externe dwang en komt er ruimte. Maar in die ruimte komt de onderliggende stroom van gevoelens en gedachtes omhoog. Het leven dat zich zo – in ons en als ons – aandient, kunnen we niet controleren zonder het daarmee weer te onderdrukken. En zo zitten we vast in twee elkaar schijnbaar uitsluitende opties: meer leven of meer controle.
Wat staat ons te doen?
De levenskunst waartoe we uitgenodigd worden bestaat uit een aantal stappen. Als een gevoel zich aandient, doen we er goed aan het toe te laten voordat we er iets mee doen. Dat vergt dat we het vermogen hebben ‘automatisch reageren’ kunnen opschorten. Dan kunnen onderzoeken of het gevoel correleert met een fysieke toestand, een emotionele onderstroom, een gedachte of perspectief wat ik heb, of met dat wat mij wezenlijk raakt. Dan zijn er ook nog automatische functionerings-wijzen die vaardigheden zijn die we niet te bevragen hebben: evenwicht herstellen, lopen, autorijden. Allemaal zaken die je niet uit kunt voeren als je er te veel bij stilstaat. Ga er maar aanstaan.
De transculturele situatie
Daarbij doen we er goed aan te beseffen dat we niet terug kunnen naar een stabiele maatschappij met een stabiele cultuur. Én, wees eerlijk. Dat wil je ook niet. De cultuur is voortdurend in beweging en heeft een sterke individuele invulling gekregen. We leven in die zin grotendeels in een transculturele situatie waarin niets meer collectief eenduidig is. En dit terwijl de structuur van de wereld waarin we leven sneller verandert dan ooit tevoren. We zijn een complex wezen in een steeds complexere wereld.
Het transmentale
Er is punt in onszelf te vinden, een ‘niveau van zijn’ van waaruit we beheer kunnen krijgen. Dat is geen gedachte, maar een ‘staat van zijn’ waarbij we van moment tot moment bij onszelf zijn. ‘mijzelf’ is geen object wat je vast kunnen pakken. je kunt je er pok niet van verzekeren door je met iets te identificeren. Het is iets waarmee je samen kunt vallen. Je kunt alleen jezelf zijn door het bewust te zijn. Dat hoef je niet aan het toeval over te laten of te hopen dat het optreedt als je iets leuks gaat doen. Het vergt een bepaald vermogen wat je kunt verwerven door zelfonderzoek en oefening. Val je bewust samen met degene die je van moment tot moment bent, dan kun je alles wat wel een object is en wat zich aandient, toelaten zonder er meteen in betrokken te raken. Dat heet ook wel dat alles wat zich aandient in het transmentale overstegen en omvat wordt.
Van onbewust reageren naar bewust beantwoorden
Alleen vanuit die vrije positie kan onze relatie tot het leven een bewuste respons in plaats van een automatische (onbewuste) reactie worden. We kunnen daarbij ons hele wezen, fysiek, emotioneel, mentaal en geestelijk in beheer nemen. We beantwoorden bewust, (vanuit wie we zijn), aan dat wat het leven op ons pad brengt waarvoor we er zijn: de kwaliteit van ons eigen leven, de ander, ons werk enzovoort. Dit is geen tructje wat een ‘mooie uitkomst’ garandeert, maar een leerproces dat door zelfonderzoek en oefening plaatsvindt. Daarbij kun je er achter komen dat de neiging om alles vanuit een mentale operatie te fiksen niet werkt. Dit vergt een ontdekkingstocht waar je goed aan doet die te ondernemen. Zie ook Mensbeeld en Persoonlijk Leiderschap en Integraal Leiderschap in een postculturele tijd.
Wil je hier meer over weten? Zie www.omeglevensschool.nl
- Biotoop-adequaat zijn is de term die ik gebruik voor het meer bekende ‘survival of the fittest’. Dat betekent niet dat de sterksten overleven, maar de degenen die het beste ergens in ‘fitten’ (passen). Zowel de soort als de biotoop blijft evolueren. Ook voor andere soorten dan de mens is ‘biotoop-adeqatheid’ continu in evolutie als een evenwicht tussen de soort en zijn omgeving.