‘Ik had een geweldige ervaring!’

In mijn sessiekamer zit regelmatig iemand die een geweldig gevoel heeft overgehouden aan een bepaalde ervaring. Dat is vaak leuk om te horen. Veel mensen willen zichzelf en het leven zo intens mogelijk ervaren en voelen. En ze willen daarin verschoond blijven van minder prettige gevoelens. Dat is een paradox. Je kunt jezelf niet selectief alleen maar goed voelen. Het is óf meer voelen, waarbij je fijne en minder fijne gevoelens hebt, of meer controle: meer leven of meer controle. Hoe zit dat?

Goede gevoelens worden gezien als beter

Goede gevoelens worden vaak toegeschreven aan een bepaalde omgeving of activiteit. Daardoor wordt het opzoeken van een omgeving of het verrichten van bepaalde activiteiten voor herhaling vatbaar. De aantrekkelijkheid daarvan wordt versterkt door het idee dat het ervaren van vooral goede gevoelens beter is.

Fijne gevoelens zijn op zich niet beter

Gevoelens zijn een correlaat van vele mechanismen in ons systeem. Ze kunnen bijvoorbeeld een fysieke, een emotionele of een mentale oorsprong hebben. Sommige gevoelens geven ons informatie, waar we goed aan doen naar te luisteren. Naar het fysieke gevoel ‘honger’ luisteren, geeft een gevoel van bevrediging. Dat werkt echter niet als we alleen prettige gevoels-signalen willen en alle onprettige-signalen uit ons dashboard verwijderen door ze te negeren of te onderdrukken. Dan kunnen we uit evenwicht raken. En dat zien we ook op grote schaal gebeuren. Vooral bij mensen die van alles uit de kast halen om een goed gevoel te krijgen.

Adequaat beantwoorden aan gevoelens

Het is op een bepaalde manier wel juist om te streven naar goede gevoelens. Gevoelens hebben we gekregen als correlaat van ons fysieke, emotionele en mentale functioneren. Ze zijn ook een signaal van een hogere intuïtie over de waarde en koers van ons leven. Het is in die zin een juiste inschatting dat er iets niet optimaal is als we vast zitten in nare gevoelens. Elke soort neemt de wereld waar met soort-specifieke waarnemingsinstrumenten. Die instrumenten zijn voortgekomen uit een lang evolutieproces waarbij het waarnemen en het reageren daarop past bij de biotoop waarin geleefd wordt. Anders gezegd: het waarnemingsinstrumentarium en de reactie van het organisme daarop is biotoop-adequaat. 1.) De mens staat daarbij voor een bijzondere opgave en uitdaging.

De discrepantie tussen waarneming en duiding

De mens neemt niet alleen waar, maar geeft ook nog betekenis aan wat hij waarneemt. Potentieel ligt er daarbij een veel grotere ruimte tussen feit en duiding, dan bij directe waarneming. We duiden onze waarnemingen op basis van de betekenissen die in een lang leerproces aan objecten zijn toegekend. Vervolgens duiden we iets automatisch als iets lijkt op een object waaraan we eerder betekenis gegeven hebben. Daarna reageren we op die duiding zoals de dieren regeren op de waarnemingen zonder tussenkomst van duiding.

Ieder mens heeft een eigen wereld

Zo werkt de menselijke duiding voor het praktische leven goed als onze duiding de reële situatie min of meer representeert. Maar mensen zijn ook in staat zich dingen voor te stellen die er niet zijn. Een mens kan bijvoorbeeld denken dat hij aangereden wordt als hij straks op de fiets stapt. Op die voorgestelde situatie reageert zijn systeem meteen met alertheid en bezorgdheid. Dit wordt een probleem als ons voortdurend zorgen maken over de toekomst.
Anderzijds geeft ons voorstellingsvermogen ons de mogelijkheid tot creëren. En daarmee veranderen wij onze wereld. En dat proces verloopt steeds sneller. En dan is duiding op basis van het verleden potentieel steeds minder adequaat.
Zie hier hoe complex het voor een mens is om ‘biotoop-adequaat’ te zijn. Zijn subjectieve wereld duidt de situatie die hij zelf telkens opnieuw creëert en daar reageert hij grotendeels automatisch op.

Dreigende verslaving

Ik tref bij mensen die een vervelend gevoel hebben regelmatig de gedachte aan dat er iets met ze aan de hand is. En ze vinden zichzelf soms ook een dief van hun eigen geluk als ze de mogelijkheden om een goed gevoel te krijgen niet benutten. Dat verklaart de neiging tot verslaving aan allerlei meer of minder schadelijke geneugten. Zodra gestopt wordt met het consumeren van ‘goedvoelsartikelen’, komen er ook weer nare gevoelens boven. En als je dan denkt dat er iets met je aan de hand is, pieker je je al snel suf over hoe je dat kunt oplossen. Dit laat het onvermogen zien om gevoelens te leren verstaan ten behoeve van de kwaliteit van het dagelijkse bestaan.

Gevoelens leren verstaan is niet vanzelfsprekend

Net zo min als je fysieke gevoelens als honger en dorst straffeloos kunt negeren, zo kun je ook emotionele gevoelens (woede, verdriet, vrees, blijdschap etc.) niet straffeloos negeren. Emoties zijn complexere homeostasemechanismen dan fysieke homeostase-mechanimen. Ze zijn van oorsprong ontstaan bij hogere diersoorten die in groepen leven met complexe sociale relaties. (Zie hiervoor de beschrijving van de werking van een aantal emoties in de Serie ‘De kracht van emoties’ > ) Dit hele pakket aan fysieke en emotionele gevoelens wordt overgedetermineerd door onze (meestal) automatische duiding. Deze hele machinerie, stelt ons voortdurend voor de vraag wat de oorsprong van onze gevoelens is en wat ze betekenen in relatie tot de input die we krijgen. En dat in een meer en meer fluïde omstandigheden. We hoeven daarbij niet gevangen te blijven in ‘meer leven of meer controle’. Dit vereist echter een levenskunst waar je goed aan doet je daarvoor op te leiden. Dat gebeurt in onze samenleving nog nauwelijks, noch thuis, noch op school.

Gevoelens leren verstaan vergt zelfonderzoek en oefening.

Neem de volgende puzzel. Als ik een gevoel van walging heb, is dat dan een correlaat van mijn spijsverteringssysteem, van een situatie waarin iemand mij op een bepaalde manier bejegend heeft, of van hoe ik over iets denk? Als je gevoel een correlaat is van een relationele situatie kun je wel je fysieke lichaam gaan ontspannen, maar je maakt een categoriefout als je denkt dat je relatie daarmee weer op kwaliteit komt. En dan zijn er ook nog veel subtielere gevoelens die het correlaat zijn van het niveau waarop we aftasten wat de betekenis en waarde van ons leven is en waarop we onze levenskeuzes zouden kunnen baseren. Op al deze lagen zowel de rode als de groene lampjes te ontvangen en te verstaan is een levenskunst.

De paradoxale conditie van de post-moderne mens

Inmiddels leven veel mensen in een uiterst paradoxale situatie. Aan de ene kant wil men niet bepaald worden door externe morele en ethische overwegingen. Men wil voelen en een ‘eigen mening hebben’ en maakt zich los van alles wat beperkend zou kunnen zijn. Daardoor ontstaat inderdaad een afstand tot externe dwang en komt er ruimte. Maar in die ruimte komt de onderliggende stroom van gevoelens en gedachtes omhoog. Het prijskaartje van deze ’emancipatie’ is echter dat we het leven zoals dat zich ‘in ons en als ons’ aandient niet kunnen controleren zonder het daarmee weer te onderdrukken. En zo zitten we vast in twee elkaar uitsluitende opties. Meer leven of meer controle. Dit hoeft niet zo te blijven. Er bestaat een mogelijkheid van ‘meer leven’ en meer ‘beheer over het leven dat we zijn’, zonder ‘rode lampjes’ en onze levensenergie te onderdrukken.

Wat staat ons te doen?

De levenskunst waar we toe uitgenodigd worden bestaat uit een aantal stappen. Als een gevoel zich aandient, doen we er goed aan het toe te laten voordat we er iets mee doen. Dat vergt dat we de neiging om automatisch te duiden en daarop te reageren voor een moment weerstaan. Dan kunnen we stilstaan bij vragen als: Is het gevoel een correlaat van een fysiek iets, van een emotionele onderstroom, van hoe ik over iets automatisch duid, of van wat mij wezenlijk raakt op het niveau van innerlijke waarden? Dan zijn er ook nog vele automatische reacties die we niet te bevragen hebben: evenwicht herstellen, lopen, autorijden. Allemaal zaken die je niet uit kunt voeren als je er de hele tijd bij stil gaat staan. Ga er maar aanstaan.

De transculturele situatie

Daarbij doen we er goed aan te beseffen dat we niet terug kunnen naar een stabiele maatschappij met een stabiele cultuur. Én, wees eerlijk, we willen ook niet terug naar vaste waarden en normen. Zowel de structuur van onze maatschappij, als de cultuur waarmee we daarin leven is voortdurend in beweging. We leven in een transculturele situatie waarin niets meer vastomlijnd en eenduidig is. Dat geldt ook voor de vele onderwerpen van ons dagelijkse leven. Lastig maar waar. We kunnen nadenken over verbeteringen in de maatschappelijke ordening. Maar voor onze eigen kwaliteit van leven telt alleen hoe we ons in onszelf tot alles verhouden voorbij ‘meer leven of meer controle’, naar ‘meer leven door meer beheer’.

Het transmentale

Er is een ‘niveau van zijn’ waarop we beheer kunnen krijgen. Dat is een niveau waarop we in staat zijn alles wat zich in ons aandient aan te nemen zoals het zich voordoet. Men kan dan alles toelaten en omvatten zonder er meteen in betrokken te zijn. Dat is geen gedachte, maar een ‘staat van zijn’ waarin alles kan bestaan. Daarmee is alles wat we ‘ons leven’ noemen, voorbij ons denken, in het transmentale overstegen en omvat. alleen vanuit die vrij positie wordt onze relatie tot het leven een bewuste respons in plaats van een automatische onbewuste reactie. We kunnen daarbij ons hele wezen, fysiek, emotioneel, mentaal en geestelijk in beheer nemen. Dit ten behoeve van dat waarop we betrokken zijn: de ander, ons werk, en andere zaken in de wereld. Dit is geen tructje wat een ‘mooie uitkomst’ garandeert, maar een leerproces waarin je jezelf leert kennen in ‘wie je bent’ en ‘waarvoor je er bent’. Deze vorm van Leiding over je Leven verwerven vergt zelfonderzoek en oefening. Zie ook Mensbeeld en Persoonlijk Leiderschap en Integraal Leiderschap in een postculturele tijd.

Wil je hier meer over weten? Zie www.omeglevensschool.nl

  1. Biotoop-adequaat is wat mijn term voor het meer bekende ‘survival of the fittest’. Dat betekent niet dat de sterksten overleven, maar de degenen die het beste ergens in ‘fitten’ (passen). Zowel de soort als de biotoop blijft evolueren. Ook voor andere soorten dan de mens is ‘biotoop-adeqatheid’ continu in evolutie als een evenwicht tussen de soort en zijn omgeving.

Leave A Comment

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.