Het oude en het nieuwe
Er lijken twee groepen te bestaan. Degenen die vooruitgang en moderne technische verworvenheden omarmen: de stijgers. Degenen die het bestaande en tradities vooropstellen: de dalers. Stijgers en dalers kunnen elkaar uitsluiten. Dat gebeurt in elke volgende ontwikkelingsfase van de moderniteit. Uitsluiting gebeurt niet alleen tussen groepen, maar ook in mensen zelf. Het individu raakt dan met zichzelf in gevecht. Dat hoeft niet zo te blijven. De integrale benadering kan duidelijk maken hoe dat zit.
De Eros van het moderne zelf
De drang tot groei, bloei en ontwikkeling is inherent aan ons menszijn. De liefdeskracht daar achter die doel treft wordt ook wel ‘Eros’ genoemd. Deze kracht uit zich in de moderne tijd in een liefde voor vooruitgang en verandering. Door de moderne wetenschap ontdekten we dat alles in ontwikkeling is: de natuur, de soorten, de maatschappij, de cultuur, wijzelf en de wetenschap zelf. Het moderne ‘zelf’ ziet die veranderingen als vooruitgang en identificeert zich daarmee. (Meer over Eros.)
De Agape van het traditionele zelf
Er is ook een andere liefdeskracht in ons werkzaam. De kracht die ons brengt tot overgave aan het bestaan en die liefde heeft voor alles wat bestaat precies zoals het is omdat het er is zoals het is. Denk aan de beoefening die betracht moest worden door onze overgrootmoeders uit de traditionele, verzuilde samenleving. De beoefening om rond te (moeten) komen met hoe de dingen zijn.
Ongezonde groei: Phobos
Het moderne zelf is geïdentificeerd met zijn rol in de vooruitgang: het leeft op succes behalen, falen is geen optie. Dan is er al snel een angstig streven, een Eros, zonder overgave, zonder Agape. Dat heet ook wel Phobos. Dit ‘zelf’ is geïdentificeerd met het mentale en leeft afgescheiden van de ondergrond van het bestaan. Het blaast zichzelf op waardoor het stijgen hol wordt.
Het moderne technocratische beheersingsmodel
Cultureel gezien leeft een deel van de mensen in de ‘Phobos van vooruitgang door beheersing’, de Phobos van meer efficiëntie en effectiviteit met behulp van wetenschap en technologie. Een ontzielde rationaliteit waarbij de geest doorraast zonder zelfherkenning, want vooral gelovend in de ‘objectieve materiële werkelijkheid’. En zo sluiten de stijgers de dalers uit.
Ongezonde behoudendheid: Thanatos
Iedereen kent waarschijnlijk het verlangen om zich over te geven aan wat is. Om te stoppen met streven. Zo kan ‘Agape’ een correctie op ‘Phobos’. Maar het kan ook een identificatie met en gehechtheid aan het bestaande zijn. Dat zijn ongezonde vormen van overgave: dat is ‘Agape’ zonder ‘Eros’, ook wel aangeduid als Thanatos, bij Freud gezien als de doodsdrift.
Het traditionele behoudende
De weigering om te veranderen kan ook een collectieve verschijningsvorm krijgen. Het kan een retro romantisch verlangen zijn naar hoe het ooit was. Terug naar een traditionele cultuur met een traditioneel wereldbeeld. Een wereld met gegevenheden over wat de wereld is, over wie we zijn, wat het hogere is, wat de rol van de mens is, wat een man is, wat een vrouw is, enzovoort. Men wil terug naar de uiterlijke vormen van ‘toen het nog normaal was’. En zo sluiten de dalers de stijgers uit.
Weerzin tegen de mensenhouderij
We leven niet alleen in een tijd van de ‘dierhouderij’, maar ook in een tijd van de ‘mensenhouderij‘. We lijken niet te kunnen ontsnappen aan de mechanismen van de rationaliteit van beheersing. We worden opgenomen in een steeds anoniemere wereld, zonder een bezield centrum, zonder enige steun voor de waarde van onze individuele inzet voor het collectief. We ‘mogen’ het allemaal uit onszelf halen met steeds meer middelen die de illusies van controle geven. Phobos in extreme mate. (Menshouderij.)
Het verlangen naar zingeving
De ontzielde moderniteit is een voedingsbodem voor een verlangen naar bezieling dat zich voordoet in allerlei gedaanten.
Het verschijnt op individueel niveau als een vraag naar zingeving en de zoektocht naar een antwoord op vragen als ‘Wie ben ik?’ en ‘Waarvoor ben ik hier?’
Het verschijnt op individueel ook als een consumptie van ‘goedvoel-artikelen’. Dit gaat van vakantie, feesten tot bepaalde legale of illegale middelen.
Het verschijnt op collectief als een verlangen naar een terugkeer naar de traditionele tijd. De moderniteit wordt daarbij belaagd door mythische regressies van deels zeer bedenkelijke allooi.
Individuele gespletenheid
Het groeien op de ontwikkelingslijn van het ‘zelf’ kun je voorstellen als het beklimmen van een ladder, waarbij je de treden in de loop van je leven in jezelf aanlegt. Heb je een trede aangelegd, dan blijft die bestaan, ook al sta je op een hogere trede. Dat verklaart hoe ‘inconsistent’ mensen kunnen zijn. Het ene moment staan ze op een lage trede en identificeren ze zich daarmee, het andere moment staan ze op een hogere en identificeren ze zich dan daarmee. Zodra de identificatie onder druk komt te staan, creëert dat een interne spanning. In het sociale verkeer wordt het deel waar men zich op enig moment niet meer mee wil identificeren, vaak onbewust toegeschreven aan de ander. We verplaatsen de innerlijke strijd in onszelf naar een uiterlijk gevecht. Of we ons nu identificeren met een lagere of een hogere trede, op dat moment zitten we vast en kunnen we niet verder groeien. Zo sluiten we in onszelf of het lagere of het hogere uit.
Gezonde ontwikkeling: Eros en Agape
Groeien vindt plaats doordat de drang tot zelf-overstijging in ons aanwezig is. Dat is een drang tot meer. In positieve zin is het ook een zoektocht naar het goede leven en het dienen van het goede het ware en het schone. gezond groeien doet twee dingen tegelijkertijd. Ten eerste: het includeert het bestaande. Dat wil zeggen, ze geven zich over aan wat is: ‘Agape’. Ten tweede: het overstijgt. Gezonde ontwikkeling bestaat zowel uit het omvatten van het bestaande als het overstijgen daarvan. Gezonde groei is een beweging die het waardevolle van het oude meeneemt naar het nieuwe.
Het falen van de grote wijsheidstradities
De grote wijsheidstradities hadden allemaal een spirituele kern die de individuele en collectieve binnenwereld van mensen cultiveerde. De grote tradities ontwikkelden zich in de traditionele tijd tot godsdiensten met vaste waarden, waarheden en normen. De innerlijke kern werd omkleed met uiterlijke vormen. Het bijbehorende traditionele bewustzijn is patriarchaal, gezagsgetrouw, honoreert hiërarchie en heeft en hanteert strakke beelden over mannelijkheid en vrouwelijkheid. Het Christendom, de Islam, het Hindoeïsme en het Boeddhisme, om de belangrijkste te noemen, bleven hangen in de traditionele tijd. Ze groeiden niet mee met de moderne en postmoderne tijdgeest en ook niet met de bevindingen van de moderne wetenschappen en het postmodernisme. Daarmee werden ze ongeloofwaardig.
Waar kunnen we rusten?
Nu mensen aan de ontzielde moderne tijd willen ontsnappen, bieden de traditionele godsdiensten geen alternatief. Het alternatief wordt op een retro-romantische manier gezocht in de uiterlijke vormen van traditionele waarden met bijbehorende maatschappij en staatsvormen, in plaats van innerlijke bezieling en zelfherkenning te vinden met behulp van zelfonderzoek en oefening uit de spirituele kernen van de grote tradities.
Tegenwerkende krachten
Er bestaan pogingen om bezieling en geestelijke rijkdom weer te omarmen. Maar deze pogingen hebben het moeilijk
Ze hebben het moeilijk in een tijd waarin velen een modern ‘zelf’ hebben en zich vasthouden aan het ‘objectieve grofstoffelijke’ .
Ze hebben het ook moeilijk omdat vele anderen, of soms dezelfde mensen, een postmodern bewustzijn hebben en emoties en gevoelens cultiveren om zich goed te voelen.
Ze hebben het ook moeilijk waar populisme onderbuikgevoelens met succes exploiteert.
Integrale benadering
De onderkenning dat de wijsheidstradities iets te bieden hebben, maar dat ze een upgrade verdienen, heeft Ken Wilber gemotiveerd tot zijn integrale benadering. De integrale benadering includeert de bevindingen van de oude wijsheidstradities en de vormen van zelfonderzoek en oefening die daar betracht werden: het includeert ook de moderne tijd, waarbij ‘geloof’ vervangen werd door ’empirisch bewijs’. Dat uit zich bijvoorbeeld in het includeren van de bevindingen van de neurologie waarbij duidelijk wordt wat de hersenen doen bij bepaalde belevingen. Boeddha had geen benul van hersengolven. Het includeert ook de bevinding van het postmodernisme waardoor doorzien wordt dat elke vaststaande ‘waarheid’ bemiddeld is door een sociaal geconstrueerd perspectief. Inmiddels zijn er uit de meeste grote tradities mensen geïnspireerd door deze benadering. 1.) (Zie voor meer uitleg.) 2.)
Niet religieus of kerkelijk, maar wel geestelijk
Dit vereist het ontwerpen van een aansprekende oriëntatie welke meer doet dan alleen nieuwe ideeën voortbrengen. Er zijn ook weer nieuwe vormen van zelfonderzoek en oefening nodig. Vormen die het individu weer uitdagen zichzelf ook van binnenuit te leren kennen. Dit opdat een bezielde vorm van menszijn van betekenis kunnen zijn. Dit vereist vormen van zelfonderzoek en oefening in vier domeinen: Groeien, Ontwaken, Heelwording/Schaduwwerk en zichzelf leren Geven. Dit om op vreugdevolle wijze bij te kunnen dragen. In Nederland kun je dit zelfonderzoek ter hand nemen bij de Omega Levensschool.
1.)
Er is inmiddels een integraal georiënteerd Christendom. Zie bijvoorbeeld ‘Integral Christianity‘.
Er is een integraal georiënteerd Boeddhisme. Zie bijvoorbeeld ‘Integral Zen’.
Er is een integraal georiënteerd Chassidisme. Zie bijvoorbeeld ‘Integral Judaism’
2.
Er is ook een ‘Integraal Hindoeïsme‘. In feite is Sri Aurobindo de grootvader van de hele integrale benadering.
Update 7 juli 2024
🙏🏼