Prémodern evolutionair denken
Het denken over ontwikkeling vanuit innerlijke waarneming heeft een langere geschiedenis dan we soms denken. Het is al te vinden in prémoderne tradities van Hindoeïsme en Chassidische meesters. Daar werden allerlei uitspraken gedaan over de ontwikkeling van de wereld en de mens, gebaseerd op eeuwenlang verzamelde ervaringsbewijzen en geestelijke verdieping.
Een tijd van ascese en zoeken naar vrede
Met het Boedhisme en in de tijd dat de invloedrijk Hindoe-filosoof Shankara (Advaita Vedanta), kwam de ascese centraal te staan. Een tijd van zoeken naar vrede en terugtrekken uit de wereld van tijd, ruimte en ontwikkeling. Ook het Christendom was een breuk met het oude testament met zijn wereld van profetie en uitspraken over waar het met ons en de wereld naar toe gaat.
De moderne Renaissance van evolutionair denken
Uiteraard is in het Westen het evolutionaire denken over de uiterlijke wereld teruggekomen met de renaissance. Ook kwamen er toen filosofen die het innerlijke geestelijke domein onderzochten op zijn stadia van ontwikkeling: Hegel en Husserl bijvoorbeeld. Lang was het echter taboe om kennis over de objectieve wereld en de subjectieve wereld aan elkaar te relateren. Filosofie en empirische wetenschap behoorden gescheiden te blijven.
De postmoderne renaissance van evolutionair denken
Sinds de jaren zestig komen alle perspectieven, prémodern en modern van Oost en West tot onze beschikking. Er was in eerste instantie weinig interesse in de vraag hoe de verschillende stromingen zich tot elkaar verhielden. Om een voorbeeld te noemen: Via de verschillende uit het Hindouisme afkomstige Yoga-scholen, kwam het denken over lichaam en geest via de chakra-benadering het Westen binnen. In het begin hield niemand zich er echt mee bezig hoe die benadering zich verhield tot de Westerse kennis over ego-psychologie of motorische ontwikkeling. De jaren ’60 gaven bij uitstek ruimte voor een relativistisch benadering: Niets is absoluut waar en alle kennis is potentieel gelijkwaardig. Zo bestonden allerlei perspectieven en kennisdomeinen naast elkaar. Een soort van pamflettenregen die doet denken aan de tijd van de franse revolutie, maar dan via de moderne media.
Het Integrale niveau van evolutionair denken
Ken Wilber heeft zich, met zijn ‘integrale benadering’, ingespannen om de vier hoofddomeinen van de werkelijkheid, met ieder hun eigen wijze van valide kennisverwerving helder te maken: Subjectief, objectief, collectief en individueel. Zijn poging loopt synchroon met een breder gedragen zoektocht naar nieuwe zingeving op basis van de bestaande tradities in onze Westerse maatschappij. Sri Aurobindo noemde zijn denken om vergelijkbare redenen ‘Integraal’.
Evolutionaire Mystiek
In het spiritueel onderzoek is er al een langere tijd een langzame renaissance gaande die put uit de prémoderne oerbronnen ten behoeve van het leven in onze tijd. Dat betekent bijvoorbeeld dat er boeken komen waarin kennis uit hindoeïsme (de Veda’s en Upanishads) geïntegreerd wordt met moderne kennis; er ontsaat een integrale zienswijze. Om maar bij hetzelfde voorbeeld te blijven: Prémoderne Chakra-psychologie en Moderne Egopsychologie en Psychotherapie worden in één model tot een synthese gesmeed. ( Zie Anodea Judith bijvoorbeeld.) Zo kunnen we een nieuw avontuur in, waarin prémoderne innerlijke rijkdommen iets gaan betekenen voor ons moderne en postmoderne dagelijks leven nu. Sri Aurobindo ging ons een eeuw geleden al voor in het opwaarderen van de Veda’s en de Upanishads voor een leven in een tijd van wetenschap en materiële vooruitgang. Marc Gafni put uit de Joodse oerbronnen om te komen tot een Evolutionaire Mystiek die moderne wetenschap en filosofie honoreert om tot een vernieuwde zingeving en ‘reconstructie’ voor deze tijd te komen.
Moderne wetenschap is ook een beetje mystiek geworden
In de moderne wetenschap is men tot de ontdekking gekomen dat de onderzoeker en het onderzochte invloed op elkaar uitoefenen. Dat betekent dat de objectieve en subjectieve wereld niet meer los van elkaar gedacht kunnen worden. Daarmee belandt de moderne wetenschap soms ongewild op het evolutionaire mystieke pad. Daarin is de vraag onder andere: “Wat betekent onze innerlijke ontwikkeling voor de wereld om ons heen?’ Als wij, als mensheid, een rol willen vervullen voor de toekomst van de aarde, wat voor mens dienen we dan te worden? En wat voor rol speelt naast kennis van de uiterlijke objectieve wereld, ons innerlijk kennen van de subjectieve wereld daar bij? Evolutionaire mystici uit deze tijd zijn daarom vaak ook wetenschappers. En wetenschappers belandden soms ongewild op het spirituele pad. Maar dat is vanuit het denken over de evolutie van het bewustzijn logisch; volgens modellen over de evolutie van het bewustzijn is de volgende fase van menselijke ontwikkeling is spiritueel.