Kennis is nog geen wijsheid
Wijsheid wordt in onze cultuur vaak verward met kennis. Steeds meer mensen ervaren dat mentale kennis niet werkt. IQ intelligent maar levensdom komt veel voor. ‘Meer gaan voelen’ is geen oplossing. Daarom kan het urgent zijn dat je een eigen-wijsheid ontdekt en leert leven. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor de ander en het grotere geheel. Hoe zit dat?
De evolutie van het bewustzijn
Iedereen is potentieel wijs. Maar om die potentie er uit te halen is bewuste ontwikkeling onontbeerlijk. Dat steeds meer mensen dat zouden gaan beseffen was in het integrale denken voorzien. Maar deze ontwikkeling betekent voor een afzonderlijk individu pas iets als hij zijn bewuste ontwikkeling ter hand neemt.
Onbewuste wijsheid
Dieren weten heel goed en uiterst nauwkeurig hoe ze in hun biotoop moeten leven. Ze weten het echter niet bewust; ze weten niet dat ze het weten. Ze weten ook niet dat hun vindingrijkheid en onbewuste intuïtie voortgekomen is uit een intelligent werkend evolutieproces. En omdat het onbewuste wijsheid is, is het automatisch en in die zin ‘stom’. Daarom kan een dier makkelijk misleid worden door iets in zijn biotoop te wijzigen. Hij leert wel bij, maar dat is door schade en schande. En zo is het ook met het kleine kind voor dat het zich bewust wordt van zichzelf. (Zie ook ‘De mens is veroordeeld tot zijn intuïtie‘.)
Onbewust ‘weten’ doordat je het bent
Het eerste niveau van ‘weten’ is dan ook dit onbewuste vanzelfsprekende weten. Dit onbewuste weten vloeit voort uit de aanleg van de soort zelf. Dit gelt voor mens en dier. Je weet iets doordat je het bent. Je haalt de kennis uit jezelf. In evolutionaire bewustzijnsontwikkeling, heet dit ‘weten door identiek zijn’, of ‘weten doordat je het bent’. Het is echter nog geen wijsheid of kennis, want het is onbewust.
Ons onbewuste ‘weten’ is voor de steppen gemaakt
Ons automatische repertoire is voor de steppen gemaakt en niet voor de postmoderne chaos waarin we nu leven. Gelukkig kunnen we ook leren door bewustwording van onszelf, in relatie tot – onszelf- , – de ander- en -de wereld-. Kortom, voor de mens, die ook een bewust weten heeft, is het mogelijk om dingen te leren door bewustzijn en niet alleen door schade en schande. Maar weet hij ze eenmaal dan vergeet hij dat vaak. En dan gaat zijn leven weer net zoals bij het dier, maar dan met de extra aangebrachte software aan bewust aangebrachte waarden, normen, kennis en vaardigheden. Anders gezegd, een mens die zich niet bewust wordt van zijn automatische repertoire, leeft onbewust en automatisch.
Het afgescheiden bewustzijn
Er zijn twee fases in de evolutie van bewustzijn waarin we gevormd worden door wat van buitenaf wordt aangebracht. De eerste fase is die van het ‘traditionele bewustzijn’ waar het ‘conformistische zelf’ het beste in functioneert. Het is de fase waarin de maatschappij traditioneel georganiseerd is volgens door kerk, staat en maatschappij bepaalde ideeën over wat ‘waar’ en ‘goed’ is. We leren hoe het hoort door wat van buitenaf wordt aangereikt. We leren welke rol we hebben, wat onze taken en verantwoordelijkheden zijn binnen de orde der dingen. Weet je het eenmaal, dan ben je klaar met je ‘opvoeding’.
In de tweede fase, die van het moderne bewustzijn leren we ook op basis van de externe wereld, maar worden geacht zelf na te denken over wat ‘objectief waar’ is. In deze fase functioneert het ‘individualistische zelf’ het beste. Dat is een ‘zelf’ dat zich identificeert met zijn eigen ideeën, taken, verantwoordelijkheden, successen, bezittingen, kennis en vaardigheden.
IQ intelligent maar levensdom
Het traditionele en het moderne ‘zelf’ zijn allebei extern georiënteerd. Bij het moderne zelf is dat soms onduidelijk. Er wordt dan bijvoorbeeld geopperd ‘Het zijn toch mijn’ ideeën?’ Ons ‘moderne individuele zelf’ met zijn individuele vrijheid van keuze, verhult voor zichzelf dat het gevangen is. Het verhult dat we een conditionering hebben en geprogrammeerd zijn, waardoor we niet zo vrij zijn als we denken. Het verhult ook dat het zich vooral met ideeën identificeert en alleen in de mentale laag opereert. Het is een afgescheiden zelf: afgescheiden van zijn lichaam, gevoelens en sensaties. Kortom het kent zichzelf niet integraal: IQ-intelligent, maar levensdom.
Het onbeschreven blad moet zichzelf goed opvoeden
Hij behandelt zichzelf als een object waarover hij dingen weet. Dat is geen ‘weten door identiek zijn’, of ‘weten doordat je het bent’. Dat is kennis waarbij je jezelf als een object ziet vanuit je mentale afgescheiden zelf. Het is de afgescheiden kennis van het moderne zelf. En dit moderne zelf is geneigd externe kennis te verzamelen over hoe het met zichzelf om moet gaan. En als er iets niet loopt met ‘jezelf’, gaat dit ‘zelf’ dat corrigeren op basis van die externe kennis. Het corrigeert, maar leert niet eerst zichzelf van binnenin kennen. Het maakt van zichzelf een toepassingsgebied in plaats van een bron van informatie waaraan beantwoord kan worden. Dat betekent onbedoeld en impliciet ook dat men zichzelf in basis als ‘nog niet goed’ ziet. Dat is ook moeilijk vanuit het moderne ‘individualistische afgescheiden zelf’. Dat stelt namelijk dat je geboren bent als onbeschreven blad, wat op de juiste manier gevuld moet worden met informatie om het te laten werken. Het beschouwd zichzelf niet als een bron en een wonder dat zichzelf integraal mag leren kennen en begeleiden. Het ziet zichzelf als incompleet en incorrect als dingen niet goed gaan. (Meer over het ‘moderne afgescheiden zelf’)
Het onbeschreven blad moet ook ethisch juist handelen
Het existentialisme van vlak na de tweede wereldoorlog, is onverminderd een zeer invloedrijke ‘mindset’ in onze cultuur. Daarmee is het moderne zelf in een nog lastiger pakket gebracht. Het moderne idee dat we als ‘tabula rasa’ ter wereld komen heeft door het existentialisme een indringende lading gekregen. Het existentialisme stelde dat de menselijke conditie er één is waarin je niet alleen ‘vrij bent’, maar ‘tot vrijheid gedoemd bent’. We moeten onze vrijheid wel op ons nemen en kunnen ons niet verschuilen. Deze vrijheid veroordeelt ons om verantwoordelijkheid voor ons denken en onze keuzes nemen. De wereld is in dit wereldbeeld in basis ‘leeg en betekenisloos’, tenzij we er zelf betekenis aan geven. Hier betekenis aan geven is het niet alleen handig en nuttig (‘moderne pragmatische zelf’), maar een morele plicht. Want met elke keuze laat ik de wereld zien wat ik voorgeleefd wil hebben. (Zie meer over ‘Ethiek en Spiritualiteit’)
De ‘mindset’ van de onvermijdelijke devaluatie van zichzelf
Maar wat dan als het niet lukt om de ‘juiste’ verantwoordelijkheid in deze te nemen? Wat als mijn betekenisgeving ‘fout loopt’? Dan zijn we niet alleen disfunctioneel, wat voor het moderne zelf al erg genoeg is, maar ook nog immoreel. En ik tref de gevolgen van deze veel voorkomende, vaak onbewust in onze cultuur aanwezige ‘mindset’, veel aan. Wel gevormde mensen leven dan met het idee dat ze ‘niet OK’ en ‘waardeloos’ zijn. Vervolgens compenseren ze dat door zichzelf bovenmatig in te spannen voor goede zaken. Dat ze aan het vechten zijn tegen hun vaak onbewuste zichzelf-devaluerende gedachtes, wordt vaak pas duidelijk bij ontslag, overspannenheid, tijdelijk de kluts kwijt zijn, ziekte of depressie.
Het ‘gevoelige zelf’ wil nu wel eens OK zijn
Niet zo verwonderlijk dat in de jaren ’60 mensen uit de prestatiemaatschappij wilden stappen en op zoek gingen naar heelheid. Men wilde niet meer presteren om OK te zijn, zichzelf terug te moeten verdienen met compromissen voordat het goed was. Men wilde niet meer verplicht worden zichzelf moreel goed te ‘maken’. Verder wilde men in zijn gevoelens gezien en aanvaard worden. Het ‘zelf’ van het postmoderne bewustzijnsniveau wordt dan ook wel het ‘gevoelige zelf’ genoemd. Dit ‘zelf’ gaat er vanuit dat ieder mens a priori telt. Het is een ‘zelf’ dat respect wil voor de subjectieve wereld van ieder mens. (Meer over het ‘gevoelige zelf’)
‘Goed voelen’ is geen oplossing
Men dacht daarbij in de goede gevoelens de sleutel tot geluk te hebben gevonden. De illusie daarvan is snel in te zien, als je beseft dat het vervelende ‘fysieke gevoel’ ‘honger’ je aan het eten zet. Het vervelende gevoel ‘boos’ je oproept een grens aan te geven. Kortom er bestaan geen verkeerde gevoelens. Ze hebben allemaal hun functie, ook de vervelende. Dus gevoelens, zowel leuke als vervelende zijn onze rode en groene lampjes, de homeostase-apparatuur die aan ons bewustzijn verschijnt opdat we er naar kunnen leren luisteren. Zelfs voor onze hogere doelen hebben we de ergernis nodig over zaken die ons aan het hart gaan. Gevoelens op zichzelf zijn ‘goed’ noch ‘slecht’. Ze worden pas iets voor ons als we ze leren verstaan binnen de context van ons leven. En als je alleen goede gevoelens nastreeft heb je je ontwikkeld van een afgescheiden modern mentaal zelf, naar een afgescheiden postmodern gevoelig zelf. En dat gevoelige zelf heeft de neiging zich narcistisch te gaan gedragen en zich vooral zorgen te maken om ‘het goed voelen van zichzelf’. En aangezien we tegenwoordig veel tot onze beschikking hebben waardoor je je goed kunt gaan voelen, ben je al snel niet OK als je jezelf niet goed voelt. (Zie ook ‘Van onvrede naar vervulling‘.) Je wordt een reclamezuil dat je je wél goed voelt, hetgeen op zijn minst de halve waarheid is. Iedereen voelt zich regelmatig ook ‘niet goed’. En dat is natuurlijk niet OK dan. We zijn dan wel gevoelig geworden, maar nog steeds levensdom, omdat we onze gevoelens op deze manier niet leren verstaan, als de uitdrukking van wie we fysiek, emotioneel, mentaal en transmentaal zijn, in de verschillende contexten van ons leven.
De onbewuste ‘homo imaginatis’
Wat nu als we een ander wereldbeeld aannemen? Het wereldbeeld dat we een integraal wezen zijn, een wezen dat is opgebouwd uit een fysiek lichaam, met gevoelens en emoties, met denken en met een geest? Geen tabula rasa, maar een wezen dat net zoals elk dier gevuld is met informatie over de plaats in zijn biotoop. We zijn als uitkomst van het evolutieproces minimaal net zo’n wonder als elke andere soort. In een aantal opzichten meer dan dat. We hebben namelijk een aantal extra eigenschappen gekregen zoals ‘mentale representatie’. Kort gezegd ‘mind’. Daarmee hebben we de mogelijkheid om ons op een bewuste manier bewust te worden van twee andere menselijke eigenschappen: ‘intuïtie’ en ‘voorstellingsvermogen’. We zijn een ‘homo imaginatis’. En dat heeft immense gevolgen gekregen voor onszelf en de aarde als geheel. Hoe dat werkt, daar zijn we ons nog maar amper op een bewuste manier in aan het aankomen.
De tweede schok van de mensheid en het Unieke Zelf
En zolang dat zo is, is dit afgescheiden zelf wellicht IQ intelligent, maar blijft het levensdom. Niet alleen ten aanzien van zijn eigen leven en de individuele ‘roeping van zijn ziel’, maar ook ten aanzien van zijn rentmeesterschap en bestemming ten aanzien van onze rol op de ‘biotoop aarde’ als geheel. De menselijke soort heeft zijn voorstellingsvermogen onbewust ingezet om zijn eigen menselijke biotoop binnen de natuurlijke biotoop van de aarde veilig te stellen. Hij is afgescheiden geraakt van zijn lichaam, gevoelens en van ‘zijn biotoop aarde’ als geheel.
Dat we ons hiervan nu bewust worden, is het begin van het volgende niveau van bewustzijn: Het ‘post-postmoderne bewustzijn’ waarin het ‘Unieke Zelf’ het beste functioneert. We worden ons bewust van een onbekwaamheid, waardoor we een volgende stap kunnen maken. Deze bewustwording is de ‘Tweede schok van de mensheid’, of ‘Humanity’s Second Shock‘ (1). Wat als we we de signalen van ons integrale wezen op alle lagen leren verstaan, fysiek, gevoelsmatig, mentaal en transmentaal, ten behoeve van ons eigen lichaam, onze relaties, onze mensenwereld en ‘onze’ aarde? Dan hebben we toch zeker ook de capaciteit om te leren verstaan en te luisteren naar de ‘feed forward’ die de aarde ons op dit moment geeft? En wellicht hebben we dan nog iets aan ons IQ. (Meer over het ‘Unieke Zelf’) (Zie ook ‘Eerste schok van de mensheid‘.)
Wijsheid als bewust weten
Het gaat hier niet alleen om ‘weten door identiek zijn’, of ‘weten doordat je het bent’. Want dat heeft het dier ook, maar dat is nog geen bewuste wijsheid. Het is een ‘integraal innerlijk kennen van jezelf’ wat je ook weet te ‘verstaan’. Maar dat is geen afgescheiden kennis, maar kennis waarbij object en subject verbonden zijn. (2.) De Engelse term van deze vorm van kennis is ‘Knowledge by Identity’. In het integrale denken is men gekomen tot de term ‘Unieke Zelf’, om aan te geven welk zelf voorbij het afgescheiden zelf tot dit verstaan in staat is.
Wijsheid voor jezelf, de ander en de wereld
Daarbij is het wel belangrijk dat je bewust kunt kiezen op welk domein ‘Knowledge by Identity’ speelt. Je dient regelmatig bewust een ego-centrische oriëntatie aan te nemen, waardoor je naar je eigen fysieke emotionele en mentale signalen kunt luisteren, ten behoeve van je eigen welzijn. Het is vervolgens belangrijk dat je er naar kunt luistenen vanuit een socio-centrische houding ten behoeve van de kwaliteit van je relaties. En het is vervolgens belangrijk dat je je, voorbij jezelf en de ander, kunt open stellen voor de wereld waarin je leeft. Je neemt dan bewust een wereld- of kosmo-centrische houding aan. Het afgescheiden zelf kan dit echter niet. Want dat is gebaseerd op angst en overleven en gebruikt zijn geest alleen vanuit een vernauwd egocentrisch perspectief.
Jouw individuele proces is van universeel belang
Er bestaat een nauwe samenhang tussen het individuele en collectieve proces. Dat blijkt alleen al uit het feit dat bepaalde realisaties en ontdekkingen op verschillende plekken op aarde tegelijkertijd plaats vinden. Maar deze ontdekkingen vinden waarschijnlijk plaats in individuen wiens bewustzijn niet vast zit aan de zelf-identificaties van het afgescheiden zelf.
Je je ‘Unieke Zelf’ bewust worden en realiseren
Bewustzijnsontwikkeling betekent dan: Je ‘Unieke Zelf’ bewust worden, als een bewustzijn dat zichzelf bewust ziet als onderdeel van het leven. Als een bron die verbonden is met het leven dat je zelf bent en met al het andere leven en de ‘biotoop aarde’ als geheel. Deze ontwikkeling is geen overbodige luxe. (Zie ook ‘Het Centaurproces‘) (3) In die zin is ‘bewuste ontwikkeling’ uiterst urgent, om verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor de wereldwijde gevolgen die de onbewuste ‘homo imaginatis’ veroorzaakt heeft. Doe je mee?
1. Boek ‘Humanity’s Second Shock and Your Unique Self‘ door Mauk Pieper
2. Denkers als Hegel spreken zelfs van ‘schijnkennis’ als subject en object gescheiden zijn. “Juist wanneer men het “ik denk” tot uitgangspunt van het kennen maakt en niet de objecten die “an sich”, los van het kensubject bestaan kan dit ik als voorwaarde van het kennen over zichzelf uitspraken doen die alle kennis funderen zonder zelf schijnkennis te zijn.” (Link)
3. Boek ‘Het Centaurproces. Op weg naar je Unieke Zelf’ door Mauk pieper