Is de volgende boeddha een sangha?De eeuwige kwestie: het individu en het collectief

Hoe een individu zich tot het collectief of de maatschappij verhoudt, is zowel in de sociale wetenschappen als in de cultuur, voortdurend onderwerp van gesprek. Zo ook in gemeenschappen die vormen van spiritueel zelfonderzoek beoefenen. Daar gaat regelmatig de leuze rond dat de spirituele gemeenschap, ook wel ‘Sangha’ genoemd, de nieuwe ‘leraar’ of ‘Boeddha’ is. Is de volgende boeddha een sangha? Aan dit idee zitten een aantal nadelen die voortkomen uit meerdere misvattingen. Wat zijn de misvattingen en wat is wel de waarde van een ‘Sangha’?

Een groep, gezin of organisatie zien als een organisme

Als mensen horen dat een organisatie of een groep een organisme is, lijkt dat een bepaalde aantrekkingskracht te hebben. Het roept een sfeer van saamhorigheid en ‘bij elkaar horen’ op. In een geïndividualiseerde maatschappij, waar veel eenzaamheid voorkomt, een aantrekkelijk perspectief. In groeperingen die vormen van ‘spiritualiteit’ beoefenen is dit idee ook in zwang.

Een groep zien als een ‘Organisme’ is een traditionele mindset

Als een sociale organisatie of groep opgevat wordt als een organisme, worden de leden of onderdelen van de organisatie gezien als organen van een geheel. Deze ‘organen’ vervullen ieder een specifieke functie binnen een groter geheel. Het geheel kan niet zonder de delen en het geheel is daardoor meer dan de delen. Als de afzonderlijke organen hun functie vervullen is dat goed voor het geheel. Van dit idee werd ook gebruik gemaakt door het traditionele bewustzijn. (SD Blauw) Zo werd de Christelijke kerk opgevat als een organisme. (1) Dat ondersteunde uiteraard ook de identificatie van de leden met het collectief en de organisatie als geheel. Zie voor een snelle introductie in de kleuren > Of een korte samenvatting van de kleuren > (Zie een samenvatting van de kleuren in de context van Integraal leiderschap >)

Het structureel functionalisme als wetenschap en als norm

In de jaren ’50 domineerde in de sociale wetenschappen een aanverwante manier van kijken: het ‘structureel functionalisme’ (2) Daarin worden intenties van individuen verklaard vanuit de functie die hun handelen heeft voor het geheel. Zo werd het uitvoeren van de regendans door de Hopi-indianenstam verklaard vanuit de functie die het vervulde. Het bevordert de sociale cohesie. Daarom zouden ze het dan ook doen. Ze dansten om de sociale cohesie te bevorderen en niet om regen te veroorzaken. Deze manier van denken werd in de jaren vijftig op veel fronten toegepast. Het leidde in het verzuilde Nederland tot een verwerping van de intenties van opstandige arbeiders, arbeidersjeugd en later de opstandige middenklassejeugd omdat hun gedrag de maatschappij destabiliseerde.

De groep als anti-hiërarchisch levend organisme

Toen in de jaren ’60 het postmoderne bewustzijn (SD Groen) opkwam verzette het zich tegen het traditionele bewustzijn (SD Blauw) en tegen de hiërarchische ordening in de maatschappij. Het verzette zich ook tegen het moderne bewustzijn (SD Oranje) dat mensen instrumentaliseert ten behoeve van efficiëntie en winstmaximalisatie.
Vanuit die waarneming zou je verwachten dat het postmoderne bewustzijnsniveau (SD Groen) het knellende begrip ‘Organisme’ zou verwerpen. Maar dat deed het niet. Het verzette zich alleen tegen het hiërarchische element ervan uit de traditionele tijd. Het postmoderne bewustzijn gaat ervanuit dat, als de machtsstructuren verdwijnen, er een zuiver natuurlijk functionerend organisme overblijft. Dat zou dan zowel vrijheid als verbondenheid brengen.

De spirituele gemeenschap als levend organisme

Dit sloot naadloos aan bij de ‘New Age’-cultuur die zich ook uitstrekte tot spiritueel georiënteerde groepen van de jaren ’60 en ‘70. Een groep als organisme zien werd de postmoderne anti-hiërarchische versie van het traditionele idee. Het organisme van de spirituele gemeenschap werd als het nieuwe nastrevenswaardig ‘thuis’ gezien.

Is de volgende Boeddha een Sangha? Wie zegt er ‘ja’?

In spirituele stromingen die hun oorsprong in India vinden, waarvan Advaita en Boeddhisme de bekendste zijn, wordt de gemeenschap ‘Sangha’ genoemd. Deze kwamen vanaf de jaren ’60 meer op in de Westerse samenleving. Daarin evolueerde het idee dat een groep een organisme is verder. Daar ontstond het idee dat de nieuwe Boeddha niet als individu verschijnt maar als een collectief in de vorm van een spirituele gemeenschap. Zo werd de Sangha als de nieuwe Boeddha gezien. Dit idee werd bijvoorbeeld ook door de Boeddhistische leraar Thich Nhat Hanh geopperd. (3) Ook dit sloot naadloos aan bij het anti-hiërarchische postmoderne denken en plaatste de leraar als sympathiek medemens terug tussen de gemeenschapsleden.

Eenheid associëren met een gevoel van verbondenheid

Het begrip ‘eenheid’ dat in de genoemde spirituele tradities uit het Oosten, een bepaalde (non-duale) betekenis heeft, kreeg in de spiritueel georiënteerde New Age-cultuur een bepaalde (duale) betekenis. Het postmoderne ‘Groene’ bewustzijn associeert ‘eenheid’ vooral met een bepaald gevoel. Het keert zich daarbij tegen ‘te veel denken’, ‘Intellect’ en de ‘mind’ an sich. ‘Eenheid’ wordt binnen het ‘Groene’ niveau van bewustzijn gelijkgesteld met gevoelens van verbondenheid in relatie tot anderen. Het doorziet niet dat gevoelens een correlaat zijn het zwaartepunt van iemands bewustzijn. Het gaf daarmee een inhoud aan het begrip ‘eenheid’ waarmee het echter ook voorwaardelijk werd: er is alleen eenheid als het verbonden voelt.

Eenheid zien als het gegeven dat alles met alles verbonden is

In bepaalde wetenschappelijke publicaties uit de jaren ’60 en ’70 uit de systeemtheorie verwijst het begrip ‘eenheid’ niet naar een ervaarbare verbondenheid, maar naar een objectieve samenhang van alle dingen. Dat wordt tevens aangezien voor een spirituele visie op het leven en de kosmos. Deze opvatting is bijvoorbeeld te vinden in het werk van Fritjof Capra en verwoord in zijn boek ‘The web of Life: A New Scientific Understanding of Living Systems’. (4.)

Misvattingen

In bovenstaande voorbeelden zijn verwarringen aanwezig die zo hun consequenties hebben.

De misvattingen waar we het over hebben zijn:

  1. Het identificeren van het begrip ‘eenheid’ uit de spirituele tradities met ‘onderlinge afhankelijkheid’ en ‘gevoelens van verbondenheid’.
  2. Het gebrek aan onderscheid tussen ‘vrij zijn’ en ‘vrijheid’.
  3. Het identificeren van een ‘groep’ met een ‘organisme’.
  4. De pré / trans verwarring.
  5. De verwarring tussen hiërarchie an sich enerzijds en ongezonde en gezonde hiërarchie anderzijds.

Deze misvattingen hebben als consequentie dat de individuele ontwikkeling en het verwerven van ware autonomie van studenten in groepen, spirituele gemeenschappen, maar ook in de samenleving als geheel bemoeilijkt wordt. Waarom is dat zo en hoe werkt dat?

Misvatting 1: ‘The One’ en ‘Oneness in the Many’ door elkaar halen

Met ‘eenheid’ (‘The One’) (5) wordt binnen de meditatietradities niet verwezen naar objecten. Met ‘eenheid’ wordt de ervaring van het samenvallen met puur bewustzijn bedoeld. Hoewel ieder mens in principe bewust contact kan maken met het bestaan van bewustzijn an sich, is dit bewustzijn niet van iemand. Het is er. Daarom wordt het ook wel ‘ZIJN” genoemd of ‘THAT’. Waar we bewust samenvallen met puur bewustzijn, zijn er geen objecten en dus ook geen onderlinge afhankelijkheid. ‘The One’ is leeg van objecten en is dus niet te benoemen als een ‘iets’ of ‘niet iets’. Het is de ruimte waarin alles gebeurt.

‘The Many’ refereert aan de veelheid van dingen in de manifestatie. In de manifestatie is er wel een samenhang van alles met alles. Daarvoor is de term ‘Oneness’ een goede verwijzing. Vanuit deze onderscheiding is te zien dat ideeën over samenhang en gevoelens van verbondenheid niet gelijkgesteld kunnen worden met ‘eenheid’ of ‘The One’. Waarom is dit belangrijk?

Misvatting 2. ‘Vrij Zijn van alles’ en ‘Vrijheid in alles’ met elkaar verwarren

Met je bewustzijn bewust rusten in ‘The One’, in puur bewustzijn, geeft ‘vrij zijn van’ alle objecten die erin kunnen verschijnen. Deze ‘The One’ ontwikkelt zich niet, is stabiel en altijd hetzelfde. Het blijft wat het is. Dat is een realisatie die uitgediept is door de spirituele kernen van alle grote wijsheid tradities. De meest bekende daarvan zijn Advaita (voortgekomen uit het Hindoeïsme) en de verschillende vormen van Boeddhisme.

Naast het ‘the One’ of ‘Zijn’ (Being) bestaat het ‘worden’ in tijd en ruimte (becoming). Het ‘worden gaat over de objecten in de veelheid (The Many). Dat gaat juist wel over hoe objecten zich tot elkaar verhouden. Dat is de specialiteit van Westerse denkers en wetenschappers en uit zich in alle kennis over evolutie en ontwikkeling. (6)

Pas vanuit de realisatie van ‘vrij te zijn van alles’ kan men pas ‘vrijheid hebben’ in alles.  Waar het ‘vrij zijn van alles’ ontbreekt is het streven naar ‘vrijheid’ illusoir. Men is dan namelijk al bepaald door de dingen. Dan is het streven naar vrijheid altijd een gevecht, een reactie, waarbij het ene tegenover het andere wordt geplaatst.(7)

Misvatting 3. Een groep zien als een organisme

Als we vanuit integraal oogpunt kijken naar de theorie over organismen en groepen komen we tot het volgende. (8) Jij als individueel mens, bent een organisme. Het kenmerk van een organisme is inderdaad dat alle onderdelen tot een geheel behoren in een functionele samenhang. Daarbij is het geheel opgebouwd uit elkaar overstijgende en omvattende organen. Daarbij is één onderdeel ‘sturend’ en daarin dominant: het hoofd en de hersenen. Als dat de kamer uitgaat, moet de rest deze beslissing volgen. Dat is het kenmerk van een organisme. Dit kenmerk van het ‘organisme’ vinden we niet terug in een verzameling van ‘organismen’. De voorste van een kudde Gnoes geeft wel de richting aan maar alle andere gnoes zouden een andere richting kunnen kiezen. Daarom spreken we hier niet van een organisme, maar van een kudde, een zwerm of een groep. Ook mensen kunnen zich wel als een volgzame kudde gedragen, maar elk mens heeft de mogelijkheid een eigen koers te varen. Dat wil niet zeggen dat het verwerven van werkelijke autonomie een begripsmatig, of gedragsmatig toepassen van ‘vrijheid’ is. Ware autonomie verwerven vergt een bepaalde persoonlijke en spirituele ontwikkeling op basis van een bewuste realisatie van ‘vrij te zijn van alles’. Vanuit ‘vrij zijn van alles’ kan men pas potentieel ‘vrij zijn in alles’. Het is daarbij de uitdaging om telkens te doorzien wanneer je al ongewild opgesloten bent in een identificatie met het wordende in je leven. Een groep als een ‘organisme’ zien en je daarmee identificeren zit je ware autonomie in de weg.

Missvatting 4: De romantiek van de Pre-Trans verwarring

De identificatie met de groep als een organisme, vervult vaak een symbiotisch verlangen naar verbondenheid. Dit geeft wellicht initieel een goed gevoel van verbondenheid. Maar direct daar achteraan kan het benauwdheid oproepen die woede kan opwekken. Het postmoderne ‘Groene bewustzijn’ doorziet niet dat zijn gevoel van benauwdheid de keerzijde is van zijn symbiotische identificatie met ‘verbondenheid’ als oplossing voor zijn eenzaamheid. In plaats van zijn ‘gevangen zijn binnen de groep’ verkiest hij dan wellicht weer zijn vermeende ‘autonomie’ buiten de groep. Zolang het verlangen naar opgaan in de groep en strijden tegen de groep niet gezien worden als twee kanten van een gebrek aan ware autonomie, vindt er geen groei plaats. Het opgaan in de groep is geen groei maar regressie. De benauwdheid daarvan projecteren op de groep en dan strijden tegen de groep is geen groei en vooruitgang, maar opstandige reactiviteit tegen die interne regressie. Daarmee is het ook agressie tegen zichzelf. Dan is ware autonomie en individualiteit in verbondenheid onmogelijk. Er is óf schijnverbondenheid (want zonder individualiteit) óf schijnindividualiteit (want afgescheiden en verdedigd individualisme ten opzichte van de ander en geen verbondenheid). Het romantische verlangen om terug te kunnen keren naar de verbondenheid van de moederschoot (de pre-egosfeer) blijkt illusoir. Zo blijkt keer op keer dat de groep niet kan leveren wat men vroeger niet gehad heeft. Ware autonomie betekent dat men in de verbindingen bestaat zonder zichzelf op te hoeven geven of op te dringen. Dat is een hoog ontwikkelingsniveau op de ontwikkelingslijn van de zelf-identiteit. Bovendien is voor echte autonomie nodig dat studenten weet hebben van het onvervreemdbare ZIJN, waar ‘vrij zijn van alles’ is. Van daaruit is ‘in verbinding zijn’ iets wat opdoemt en het acteren daarin een vorm van vrijheid.

Misvatting 5: De verwarring tussen hiërarchie an sich en ongezonde en gezonde hiërarchie

In de natuurwetenschappen gaat men uit van entropie. Dat betekent dat alles wat bestaat aan verval onderhevig is. Daar tegenover staat de onderkenning dat er ook de opbouwende kracht van evolutie is. (9) Alles wat zich op een bepaalde ontwikkelingslijn ontwikkelt en onderhevig is aan evolutie, steunt op een hiërarchie van overstijgende en omvattende niveaus. Eerst was er de vaste stof toen was er het leven. Zo steunen organismen op cellen en die weer op atomen en die weer op quarks. Het laagste niveau heeft veel elementen, de hogere niveaus steeds minder.

Bij een gezonde natuurlijke hiërarchie maakt geen van de onderdelen zijn eigen positie te groot of te klein. Daardoor bestaan er win-win-relaties tussen alle elementen en daarmee een bekrachtiging van zowel individu als het geheel.

Bij een ongezonde hiërarchie zijn bepaalde onderdelen juist wel te dominant en overschaduwen ze anderen. Dan is er een verlies-verlies-relatie tussen de elementen. Gezonde hiërarchieën daarentegen leiden naar meer bloei en ontwikkeling. Zonder hiërarchie zowel binnen een organisme als in een collectiviteit van organismen is ontwikkeling ondenkbaar. Het afbreken van hiërarchie an sich, omdat hiërarchie per se als een verlies-verlies bouwwerk wordt gezien, is daarom ondermijnend voor groei, bloei een ontwikkeling.

Deconstructie en chaos

Toch wil het ‘groene’ ontwikkelingsniveau elke hiërarchie elimineren en deconstrueren. Waar dat lukt ontstaat er chaos. Dat kan een vruchtbare bodem voor verandering zijn en behulpzaam om het volgende niveau te laten verrijzen. Maar dat is helemaal niet de bedoeling van het groene bewustzijn. De anti hiërarchische houding bevordert eerder regressie naar groen-traditionele en groen-tribale vormen van samenleven. Dan regresseert Groen naar een niveau waarop het legitiem is om elkaar op allerlei niveaus naar het leven te staan. Op dit moment staat de wereld zo onder druk dat dit overal weer in opkomst is en in de Westerse wereld een postmoderne post-truth groene verschijningsvorm heeft waarin alles op de persoon gespeeld wordt. Vanuit integraal oogpunt gaat het niet om wel of geen hiërarchie, maar om een al dan niet gezonde hiërarchie.

Als’ anti-hiërarchisch zijn’ aan de top van de hiërarchie staat

Het groene bewustzijnsniveau is per se tegen hiërarchie. Daarin is groen juist hiërarchisch. ‘Anti-hiërarchisch zijn’ is de norm. Dat betekent dat de groene cultuur hiërarchisch is in de manier waarop ‘anti-hiërarchisch zijn’ bewaakt wordt. Dat betekent dat sommigen hun individualiteit overstrekken en zich groter maken dan ze zijn (attachment). Daar tegenover staan anderen die zich meer terugtrekken en zichzelf kleiner maken dan ze zijn (detachment). Dit kan gemakkelijk sektarische trekken krijgen waarbij de groep als ‘organisme’ bewaakt wordt. Zeker als het in spirituele omgevingen om een normatieve bewaking van ‘het hogere’ gaat en er wellicht ook een economisch belang is en er druk staat op het overleven van een groep of organisatie.

Het voeden van de natuurlijke hiërarchie

Vanuit integraal spiritueel perspectief, wil je de glorie van de gezonde hiërarchische opbouw van het leven niet vanuit de ego-identificatie laten plaatsvinden. Je hebt het verlangen jezelf vanuit ‘The One’ bewust in de onderlinge afhankelijkheid van ‘The Many’ te plaatsen. Je plaatst jezelf bewust, vanuit wat voor jou waar goed en schoon is, terug in de mysterieuze ontvouwing van het bestaan. Dit opdat je binnen de subjectieve binnenkant van je bestaan, bewust onderdeel wordt van de intelligentie van de evolutionaire ontvouwing van alle andere dimensies van het bestaan. Dat betekent op authentieke manier de juiste plek innemen tussen de mensen. Dat betekent dat je in elke context een unieke plek hebt in een natuurlijke hiërarchie. Je overstrekt jezelf niet en maakt jezelf ook niet kleiner dan je bent. Mensen kunnen zich binnen een groep ook oriënteren op hogere referenties van het goed leven, op wat goed, waar en schoon is. Dat geeft ook een bepaalde ordening in wat meer en wat minder belangrijk is.

Gezonde gemeenschapsvorming voedt gezonde individualiteit

De waarde van een Sangha kan zijn dat je weer gaat oefenen je over te geven aan de onderlinge afhankelijkheid, waar je ego structuur je in de illusie gebracht heeft dat je daaraan kunt ontsnappen. Potentieel kun je daarbij je wonden (van het tweede niveau van je ontwikkeling (SD Paars)) helen. Wellicht durf je mensen weer meer te vertrouwen en komt daar oude pijn bij vrij. In de traditionele tijd zijn we geknecht door het collectief. In de moderne tijd zijn we losgeslagen. Nu hebben we, om ons bewust in de onderlinge afhankelijkheid op een Integrale niveau van bewustzijn (Geel/Turkoois) te kunnen plaatsen, een gezonde verhouding tot gezin en gemeenschap op microniveau (SD Paars) in onszelf nodig. Een Sangha van individuen die de bewuste aspiratie heeft, voorbij het ego op een postcultureel niveau te functioneren, dient een gezonde individualiteit (autonomie) in verbondenheid te cultiveren. Niet als een veilige haven maar als een voorschouw van wat deze huidige fase van evolutionaire ontvouwing aan potentie in zich draagt in relatie tot de het ‘in de wereld zijn’.

Een Integrale Sangha

Het cultiveren van een gezonde individualiteit/autonomie in verbondenheid, leidt potentieel, met vallen en opstaan, tot meer heelheid, meer omvattendheid, meer differentiatie, meer ruimte en meer liefde. Is dit maakbaar? Nee. Ontwikkeling vindt alleen plaats door de paradoxen binnen jezelf en die van het bestaan in een daartoe gecultiveerd bewustzijn te ‘houden’. De ‘Mind’ die daartoe in staat zou zijn, wordt in een integrale evolutionaire spiritualiteit ook wel de ‘Supermind’ genoemd. Deze zou alle vormen van ‘zijn’ en ‘worden’ kunnen overstijgen en omvatten. (10) Het individu verhoudt zich dan vanuit ‘vrij zijn’ en ‘het rusten in bewustzijn’ en permanent ontwaken tot zijn subjectieve ‘zelf’, tot de kwaliteit van zijn intersubjectieve relaties, tot het objectieve juiste handelen en spreken, en tot de objectieve leefomgeving. Dit kun je bewust in zelfonderzoek en oefening brengen. Mensen die hun bewuste innerlijke ontwikkeling daarvoor ter hand nemen en zich daartoe ook verenigen kunnen zichzelf vanuit integraal Oogpunt een ‘Integrale Sangha’ noemen.
Zie voor onderwijs, zelfonderzoek en oefening Omega Levensschool: Integraal Leiderschap Programma.

(1) Zie hiervoor het gedachtegoed van Abraham Kuyper.

(2) Thomas Robert Merton en Talcott Parsons waren belangrijke vertegenwoordigers van deze manier van denken in de de sociale wetenschappen.

(3) Zie dit artikel over Thich Nhan Hanh

(4) Bij de zoekresultaten voor dit boek vindt je steevast beschrijvingen waar het word ‘spiritueel’ of ‘mystiek’ voorkomt. Bijvoorbeeld: “The vitality and accessibility of Fritjof Capra’s ideas have made him perhaps the most eloquent spokesperson of the latest findings emerging at the frontiers of scientific, social, and philosophical thought. In his international bestsellers The Tao of Physics and The Turning Point, he juxtaposed physics and mysticism to define a new vision of reality. In The Web of Life, Capra takes yet another giant step, setting forth a new scientific language to describe interrelationships and interdependence of psychological, biological, physical, social, and cultural phenomena–the “web of life.”

(5) Ik gebruik engelse termen omdat ze iets kunnen uitdrukken waar in het Nederlands een uitleg voor nodig zou zijn. Maar ook omdat deze termen gebruikt worden in de wijsheid tradities.

(6) Er zijn twee boeken die veel kritische analyses bevatten op ‘Groen’, ‘Oranje’, ‘Blauw’ en ‘Rood’. Dit omdat het niveaus zijn die andere niveaus uitsluiten. De twee boeken waar ik het over heb zijn ‘The Eye of Spirit’ en ‘Integral Spiritualiity’.

(7) In feite is het thematiseren van de relatie tussen het ‘Zijn’ uit de premoderne wijsheid tradities en het ‘worden’ uit de moderne en postmoderne tijd, het startpunt van de integrale benadering.

(8) Zie voor de uitgebreide verhandeling hier over ‘Integral Spirituality’ Hoofdstuk 7. ‘A Miracle Called “We”.’

(9) Deze twee krachten bestaan in de wereld van de levende natuur, maar volgens sommigen ook in de wereld van de niet levende natuur. In zijn boek ‘Sex Ecology and Spirituallity’ bepreekt K. Wilber deze discussie in het eerste hoofdstuk ‘The web of Life’ vooral in het gedeelte ‘Two Arrows of Time’.

(10)  Sri Aurobindo ontwikkelde een Integrale Yoga met als doel dat deze ‘supermind’ een reele mogelijkheid zou worden en zich zou kunnen manifesteren. Ken Wilber beschrijft zijn versie ervan in verschillende boeken. Zie bijvoorbeeld het deel ‘Tructural Intelligence and developement in 3rd Tier’ in ‘The Religion of Tomorrow’ p. 210 – 250.

5 Comments

  1. Evelijn augustus 9, 2023 at 6:34 pm - Reply

    Thanks Mauk 🙏
    Boeiend, inspirerend.. waardevol…
    Yes!
    One.. oneness..

    Namasté 💗

  2. Dylan Stek augustus 12, 2023 at 3:12 pm - Reply

    Beste Mauk,

    Een vriendin vroeg me, “wat vind je van dit stuk?” Als me een mening wordt gevraagd dan kan ik niet anders dan me in het onderwerp te verdiepen. Onderstaande is geschreven gebaseerd op mijn eigen directe ervaring met meditatie-beoefening en achtergrond in de theorie van het Boeddhisme.

    Misvatting 1 – Je hebt hierin m.i. (deels) gelijk, maar ik zie de samenhang met de hypothese niet.

    Een gevoel van verbondenheid word geassocieerd met warmte, vriendelijkheid, een bepaalde identificatie. Bij mensen die leven vanuit het ego is dit vaak beperkt tot datgene wat binnen het ego-perspectief past. Bvb. ‘ik voel me wél verbonden met de natuur, maar niét met een industrieel complex’. Daarin ben ik het dus met je eens.

    Maar… De ervaring van ‘het ene’ gelijkstellen aan de ervaring van puur bewustzijn is te kortzichtig – dit is een ‘post hoc’ interpretatie van de ervaring, het plaatsen binnen kaders. Het ‘het ene’ noemen is al controversieel, deze ervaring is niet te benoemen zonder er tekort aan te doen.

    Misvatting 3: Hoe kom je erbij dat de hersenen sturend zijn aan het organisme? Als de hersenen sturend zouden zijn, waarom worden we dan oud, ziek en gaan we dood? Dat is toch niet wat de hersenen willen? In mijn ervaring ís het organisme ‘een zwerm, een kudde’. Denk aan cellen die zichzelf bepalen aan de hand van hun omgeving en naargelang huid-, darm-, of nagelcel worden. Of aan de darmflora die onze stemming zeer beïnvloed.

    Misvatting 4: Met je oordeel ‘regressie’ versus ‘groei’ maak je je schuldig aan datgene waar je degene van beticht die streeft naar zowel verbondenheid als autonomie: een dualistisch denken waarbij twee concepten in spanning zijn met elkaar. Je ziet de kwestie helder maar de conclusie (dat deze spanning een probleem is, en een vorm van regressie), steun ik niet. Met mijn visie op ‘individu als kudde’ is die spamming zowél binnen als buiten het individu aanwezig. En als hierin intern harmonie te vinden is, waarom extern dan niet?

    Vanaf misvatting 5 ga je in op culturele fenomen getypeerd met kleuren noemt. Helaas heb ik niet voldoende achtergrond om je hier volledig te volgen. Het spijt me!

    Ik vind het ik een mooi geschreven stuk, waar balans uit spreekt tussen tegenstrijdige factoren – harmonie dus. De conclusies onderschrijf ik.

    • Dylan Stek augustus 12, 2023 at 3:13 pm - Reply

      Bedankt voor je schrijven en delen, Mauk. Namasté. 🙏🏻

    • Mauk oktober 7, 2023 at 2:27 pm - Reply

      Beste Dylan,
      Het klopt dat de ervaring van samenvallen met puur bewustzijn benoemen de ervaring al tekort doet. Dan valt er dus nooit iets over te zeggen. Toch wordt bijvoorbeeld in Adwaita de kunst betracht om woorden te gebruiken die ernaar wijzen. Ik zeg niet dat mijn schrijven daar per se succesvol in is, maar ik vind het wel waardevol om over deze materie te blijven schrijven.
      T.a.v je opmerking over de hersenen ben ik het duidelijk niet met je eens. Hoe onze hersenen functioneren staat voor een groot deel los van onze wil, terwijl ze wel betrokken zijn in alle facetten van ons functioneren. Verder blijft ik dan maar herhalen dat de darmflora waar jij aan refereert, geen organisme is maar een collectiviteit van o.a. bacterieren. Ze zitten wel in ons, maar zijn geen onderdeel van het feitelijke organisme dat we zijn.
      Ten aanzien van harmonie teen individu en omgeving. Er is inderdaad alleen in jou een plek waarin ‘zijn’ en ‘worden’ in elkaars verlengde kunnen liggen, maar niet buiten jou. de wereld van werkelijke objecten met onderlinge afhankelijkheid buiten ons is altijd in beweging, er is altijd voordeel en nadeel, er is altijd ook strijd en wrijving.En volgens mij is dat ook juist.Jouw innerlijke harmonie is daar vanuit het bewust perspectief onafhankelijk van, hoewel dat alleen mogelijk is in een zeer geavanceerd stadium van bewuste ontwikkeling. Eenzelfde stadium waarbij je in volledige vrede zou kunnen sterven.

  3. Barbara Glazemaker augustus 13, 2023 at 12:00 pm - Reply

    Dank Mauk voor deze heldere uiteenzetting. Een onderwerp naar mijn hart… Inclusief alle misvatting, verwarring, romantiek…. Inspirerend , met name ook het perspectief wat je benoemt als ‘gezonde hierarchie’, de ‘juiste plek’ innemen. Maakt van alles in mij wakker. Blij mee.

Leave A Comment

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.