De vele betekenissen van het ‘zelf’

Het ‘zelf’ is iets wat iedereen van nature zoekt. Men is op zoek naar een antwoord op de vraag ‘Wie ben ik?’. Het vast kunnen stellen van wie je bent lijkt urgenter dan ooit. Als dat niet goed lukt kan dat voer voor psychologen worden. Het vraagstuk van de zelfidentiteit is tevens onderdeel van de culturele oorlog die aan de gang is. Wat is de ‘zelfidentiteit’, waar komen onze vele zelven vandaan en kun je dat ‘zelf’ definiëren of gaat het erom dat je iets vindt wat er al is?

Waar gaat de vraag ‘Wie ben ik?’ over?

Waarom is het belangrijk om het hier over te hebben? Dat is omdat er erg veel verwarring is rond woorden als ego, zelf, identiteit, identificatie, Zelf, niet zelf, zelfidentiteit, ziel, psyche enzovoort. Als we dit vraagstuk vanuit integraal oogpunt benaderen krijgen we een zeer gedifferentieerd beeld van de zelfidentiteit. Dat roept de vraag op of we wel een bepaalde zelfidentiteit hebben, of dat het er vele zelven zijn.

Bewust bewustzijn

Zonder de onderkenning dat wij ‘bewust’ kunnen zijn van onszelf is het hele vraagstuk van de zelfidentiteit betekenisloos. Dieren zijn zich ook bewust van dingen, anders zouden ze bijvoorbeeld niet gaan eten als ze honger hebben. Maar zijn ze zich daar bewust van?  De mens is in ieder geval nadrukkelijk een wezen dat zich bewust is van het feit dat hij zich bewust is. Daardoor wordt het pas mogelijk om de vraag te stellen: ‘Wie ben ik?’

Onze vele zelven zijn overal

We moeten ergens een startpunt kiezen. Laten we maar beginnen met de aanname dat je hetgeen je ziet als jezelf je ‘zelf-identiteit’ is. Dan zijn er heel veel verschillende antwoorden mogelijk op de vraag ‘Wie ben ik?’ Dat zien we ook meer dan ooit tevoren in de cultuur. Maar ook in de sociale en geesteswetenschappen en in de contemplatieve spirituele tradities bestaan verschillende opvattingen over wie jij kunt zien als degene die je bent. Onze vele zelven zijn overal.

Vanuit integraal perspectief

Vanuit integraal perspectief zijn alle manieren waarop iemand zijn identiteit aangeeft relevant. Sterker nog, ze zijn allemaal belangrijk omdat ze allemaal een deel van de werkelijkheid laten zien. Alle aspecten die een mens kan aanduiden als zichzelf hebben een kern van waarheid. Daarmee is echter ook gezegd dat geen van alle ‘zelf definiëringen’ absoluut zijn. Wat kan het ‘zelf’ dan allemaal zijn? Het antwoord kan vallen binnen bepaalde categorieën en niveaus.

Het ‘zelf’ van de moderne tijd

In de Westerse cultuur heerst vanaf de moderne tijd de aanname dat het bestaan zelf leeg van zin en betekenis is. Wij mensen geven betekenis aan het bestaan, maar de natuur of het bestaan is leeg van zin en betekenis. Binnen die visie is het individu initieel een leeg object: het bekende onbeschreven blad. Je wordt pas iemand als je door opvoeding en cultuur dat lege blad gaat beschrijven. (Zie ook IQ-intelligent en levensdom >)

Het zelf wordt een invuloefening en toolbox

Dit moderne zelf is geneigd externe kennis te verzamelen over wie het is en hoe het met zichzelf om kan gaan. En als er iets niet loopt met ‘jezelf’, gaat dit ‘zelf’ dat corrigeren op basis van die kennis. Het maakt van zichzelf een toepassingsgebied. Het beschouwt zichzelf niet als een bron van informatie dat het mag leren kennen en begeleiden. Het ziet zichzelf als een te vullen en te corrigeren object.

Identificatie

In de loop van de moderne tijd ontstond de psychologie die zich zoals alle wetenschappen losmaakte van de theologie. In de psychologie ontstond op een gegeven moment het begrip ‘identificatie’. Wij komen door ons te identificeren met ‘iets’ tot een zelfdefinitie. Wie ik ben wordt dus bepaald door de inhoud en de aard van de identificatie. Zo kan iemand zich identificeren met zijn lichaam, zijn emoties, gedachtes, zijn rol, geslacht, afkomst, zijn kennis en vaardigheden enzovoort. Het resultaat wordt ook wel aangeduid als ‘het ego’.

Een gezond en een ongezond ‘ik’

Dit ‘ego’ functioneert op basis van mentale representatie- en identificatie- mechanismen. Een gezond ego heeft een zelfidentificatie dat aan bepaalde eisen voldoet. Het is bijvoorbeeld realistisch, evenwichtig, geïntegreerd en stabiel. Ongezonde vormen van identificeren kenmerken zich dan bijvoorbeeld door een star, ambivalent of onstabiel zelfbeeld. De Westerse egopsychologie beschrijft allerlei vormen van ego-ontwikkeling en heeft een systeem ontwikkeld om aan te geven wanneer het ego ‘ziek’ is. Dat is het DSM-5 systeem.

Onze vele zelven in onze meervoudige intelligenties

Sinds een paar decennia zijn er veel ontwikkelingslijnen bestudeerd en beschreven. Howard Gardner beschrijft er vele in zijn boek ‘Multiple Intelligences for the 21st Century’. Zo is er een ‘kinistetische-, emotionele-, morele, ethische-, relationele-, mentale- , geestelijke- en zelfs een spirituele- ontwikkelingslijn onderzocht en beschreven. Daarnaast hebben we ook nog de ontwikkelingslijnen die wij als mensen in het leven hebben geroepen zoals autorijden, programmeren en die van de vele andere vaardigheden die er zijn. Ook op al die lijnen kan identificatie plaatsvinden. Ook kunnen we ons nog identificeren met een bepaalde groep (sociocentrisch) of hoe het met de wereld (wereldcentrisch) of met de aarde als geheel (kosmocentrisch) (Zie ‘Open zijn in voor en tegenspoed’ >) Zie daar onze vele zelven.

Elke ontwikkelingslijn kent overstijgende en meer omvattende niveaus van intelligentie

Bij gezonde ontwikkeling bouwt elk volgend niveau op een ontwikkelingslijn voort op het vorige. Neem bijvoorbeeld je motorische ontwikkeling. Wil je kunnen lopen, dan moet je kunnen kruipen. Wil je kunnen kruipen, dan moet je eerst leren rollen. Maar om te kunnen rollen moet je eerst in staat zijn je hoofd op te tillen. Als je uiteindelijk loopt, gebruik je de verworvenheden van alle vorige niveaus van ontwikkeling. Als je het onderste niveau er onder uithaalt, zakken alle daarop steunende bovenliggende niveaus in elkaar. Bij gezonde ontwikkeling, op welke ontwikkelingslijn dan ook, steunt elk volgend niveau van ontwikkeling op het vorige niveau op een manier dat het onderliggende niveau wordt overstegen en omvat. Er bestaat ook ongezonde ontwikkeling waarbij in plaats van overstijgen en omvatten, afsplitsen/ontkennen/opgeven en/of vasthouden/fixatie/opblazen plaatsvindt.

De ladder en de trede

Een ontwikkelingslijn kun je je voorstellen als een ladder met treden. In je ontwikkeling verwerf je de mogelijkheid om op steeds meer ontwikkelingslijnen op steeds hogere treden te staan. Sterker nog, je kunt op een trede pas handelen, als je er opstaat. Dat betekent dat je jezelf dan even identificeert met een bepaalde trede op een bepaalde ontwikkelingslijn. Je kunt je op de ladder van elke ontwikkelingslijnen met elk niveau / trede identificeren. Op het moment dat je wandelt kun je zeggen ‘ik ben een wandelaar’, als je je op deze lijn verder ontwikkelt en hard kunt lopen, kun je zeggen ‘ik ben een hardloper’. Je kunt je op alle ontwikkelingslijnen identificeren met elk niveau ervan. Dit maakt een oneindige hoeveelheid ‘identificaties’ mogelijk, die allemaal blijk geven van je ontwikkeling. Zie daar ook het belang van onze vele zelven. 1.)

De ontwikkelingslijn van de ‘zelfidentiteit’ is dominant

Er is echter één ontwikkelingslijn waarmee je je tot elk intern of extern object verhoudt. En dat is nu juist de ontwikkelingslijn van de ‘zelf-identiteit’. Je leert je in je leven op een bepaalde manier tot alles verhouden, tot elk intern of extern object. De ontwikkelingslijn van de ‘zelfidentiteit’ ontwikkel je in eerste instantie in relaties. In eerste instantie met je moeder, vader, in je gezin van herkomst, op school enz. En dat doet iedereen op zijn eigen unieke wijzen. Daarom kun je iemand herkennen aan hoe hij zich tot iets verhoudt ongeacht welk object of welke ontwikkelingslijn. Daarom is deze ontwikkelingslijn voor je ontwikkeling en kwaliteit van leven cruciaal. Ook is cruciaal dat je op die lijn niet verstrikt met geraakt en ergens in vastzit. Want dan blijf je steken in een bepaalde maner van overleven en stopt je groei. Als mensen op dat punt ontevreden beginnen te worden kan het zijn dat ze het niveau van bewuste onbekwaamheid bereiken en vatbaar worden voor bewuste ontwikkeling. (Ben je hier aangekomen? Zie verder Omega Levensschool > )

Je bent er al lang!

Vanuit de moderne opvatting over wat een mens is, word je mens door het lege blad van je mens-zijn te beschrijven. Maar er zijn ook benaderingen met een heel ander uitgangspunt. Daarin is een mens niet a priori leeg en betekenisloos, maar is een mens van meet af aan onderdeel van het leven dat zelf dat een bepaalde intelligentie heeft. Dan gaat het er om je bewust te worden van de levensintelligentie die in jou en als jou al lang aan de gang is op verschillende ontwikkelingslijnen: fysiek, emotioneel, geestelijk en spiritueel en zo voort. Dan is jezelf opvatten als een mentale representaties, waarmee je het lege blad dat je bent beschrijft, een misvatting.

Je kunt je vergissen!

De contemplatieve tradities spreken over ‘ontwaken’ in iets wat je al bent. Dat vergt een heel andere benadering. Er zijn dan ineens meer en minder adequate antwoorden op de vraag ‘wie ben ik?’. Je kunt je met je duiding vergissen over de onderliggende realiteit die jij al bent. Evenmin als je ‘straffeloos’ ‘honger’ voor ‘dorst’ aan kunt zien, kun je de duiding van ‘jezelf’ elke betekenis laten hebben die je maar wilt. Waar een mens een unieke integrale (fysiek, emotioneel, mentaal, geestelijk en spiritueel) uitdrukking van het leven is die a priori al bestaat, kun je deze realiteit dus van een meer of minder adequaat perspectief voorzien. Vanuit het verlangen je zelf te kennen ben je dan niet vrij om van jezelf maar straffeloos naar believen iets te maken zonder het risico te lopen jezelf geweld aan te doen.

‘Ik ben niets’

In de contemplatieve tradities gaat men er vanuit dat er, voorafgaande aan het waarnemen van een object al iets is. Een van de aspecten van wie jij bent is datgene wat voorafgaat aan elke waarnemen, duiding en identificatie. Van daaruit bekeken ben je niet je lichaam, niet je emoties en gevoelens, niet je denken of wat dan ook. Van daaruit bekeken ben je ‘niets’ in het bijzonder. De realisatie dat jij in die zin ‘niet iets’ of ‘niets’ bent wordt in de wijsheid tradities ‘wijsheid’ genoemd. Ook dit is partieel, maar wel heel fundamenteel en wordt vaak aangeduid als ‘bewustzijn’. Jij bent bewustzijn!

De ruimte van ‘puur bewustzijn’ kun je niet als object waarnemen

Aangezien ‘bewust bewustzijn’ zich bewust kan worden van alle objecten die er aan verschijnen, zou je denken dat dit ‘bewuste bewustzijn’ het bewustzijn kan waarnemen. Dat kan het echter niet. Bewustzijn kan zichzelf niet zien. Het gaat hier dus niet over het ‘lege blad’ als een object. Net zomin als het oog het oog kan zien, de hamer zichzelf kan hameren, het mes zichzelf kan snijden. Daarmee zei gezegd dat er een domein van ‘zijn’ is waarmee je wel samenvalt maar wat je niet als object kunt waarnemen. In die zin kan alles wat je ziet niet zijn wat je uiteindelijk bent. Het samenvallen met wie je bent, kan zelfs geen ervaring zijn. Een ervaring heeft een begin en een eind en kan ervaren en gezien worden. Het samenvallen met puur bewustzijn is een ‘weten’ door ermee samen te vallen. In de spirituele tradities wordt dit in het engels mooi uitgedrukt met ‘knowledge by identity’. In plat holland iets als ‘weten door er mee samen te vallen’, of ‘weten door het te zijn’.

Bewustzijn kun je niet zien, maar wel afleiden

Dat bewustzijn bestaat kun ook afgeleiden. Elk object dat je ziet wordt afgebeeld op ‘je’ bewustzijn. Anders zou je het niet zien. Je ogen zijn slechts lenzen, maar ‘zien’ vergt bewustzijn. En bewust zien vergt bewust waarnemen van dat wat er op je bewustzijn wordt afgebeeld. Daarmee is elk object dat je waarneemt als een pijl die naar binnen wijst, naar het lege bewustzijn dat je niet kunt waarnemen, maar waarvan je het bestaan alleen kunt afleiden uit het feit dat objecten aan je verschijnen. Dit gebied wordt in de wijsheid tradities aangeduid met de termen als ‘het Absolute’, ‘het (grote) Zelf’, het ‘niet zelf’, ‘Grote Geest’, of ‘Puur Bewustzijn’. Hier weet je dat je niet je lichaam, niet je emoties of gedachtes bent. Hier is ook niets persoonlijks te ontdekken. Er is ook maar één ‘Absolute’ of puur bewustzijn. Daarom heet het ook wel ‘The One’ of ‘Het Ene’. Er is geen puur bewustzijn ‘van jou’ of ‘van mij’. Toch is dit vanuit integraal perspectief nog geen non-dualiteit. Daar is een volgende realisatie voor nodig die na deze eerste komt.

‘Ik ben alles’

Als het zwaartepunt van je bewustzijn in dit lege niets rust, kun je je bewust worden van het feit dat jij ook elk object bent dat in dat ‘niets’ opdoemt. Een aantal wijsheid tradities zeggen daarover: De realisatie dat je zowel niets bent als dat je alles bent is liefde. Met alles bedoelen we dan alles wat in jou kan bestaan als object op alle mogelijke ontwikkelingslijnen die het bestaan kent. Ik ben zowel niets, ik ben niets in het bijzonder en ik ben alles. Ik ben niet de tafel, en ik ben ook de tafel. En dat geldt voor alles. En zo is alles wat we kunnen waarnemen als ‘iets’, potentieel een antwoord op de vraag ‘Wie ben ik?’. Vanuit integraal oogpunt kan de zelfidentiteit niet heel zijn als iets buiten de potentie van het ‘zelf’ wordt gehouden. Onze vele zelven betreffen potentieel alles. In puur bewustzijn verwijlend komt alles in jou als jou. Daar hoef je niets te krijgen voordat het je toekomt. Je hoeft je daar ook niet op de juiste wijze met iets te identificeren met een mentale representatie. Het is meer een vorm van telkens opnieuw in het moment ontdekken wat je toekomt als zijnde jezelf.

Geïdentificeerd zijn met een deel

Met de term ‘afgescheiden zelf’ wordt in de spirituele tradities het ego aangeduid. Het ego is een ‘zelf’ dat een beeld over zichzelf schept aan de hand van identificaties met mentale representaties, beelden en betekenissen. Daarom is dit ‘afgescheiden zelf’ afgesplitst van de onderliggende realiteit. Dit afsplitsen is echter niet neutraal. Het wordt bewerkstelligd door afweermechanisme om niet in aanraking te hoeven zijn met onaangename gevoelens en sensaties. Om deze niet te voelen houdt het ‘zelf’ zich vast aan de mentale representaties. Dat noemen we ‘geïdentificeerd zijn’. Dat is geen objectief waarnemen, maar een overlevingskramp van waaruit telkens dezelfde identificaties herhaald worden. Mensen zitten daarin vast. Dat betekent dat alle interne en externe objecten vanuit een vooringenomen vast en zich herhalend perspectief worden waargenomen zonder dat dat doorzien kan worden. Je kunt dan niet rusten in puur bewustzijn en bent niet vrij om alles te laten komen en gaan. Dat heet ‘geïdentificeerd zijn’.

Op zoek naar waarheid

Vanuit de conventionele ego-psychologie gaat het erom dat je stabiele en coherente en geïntegreerde mentale representaties ontwikkelt die op een realistische manier aansluiten bij je leven. Vanuit integraal oogpunt, gaat het om een onderzoek naar de onderliggende waarheid over wie je als integraal wezen al lang bent. Hoe kun je dan weten wie je bent als je verdwaald bent in mentale representaties? Daar geeft de evolutionaire denker en mysticus Sri Aurobindo een mooi perspectief op. Hij stelt dat het ego niet louter in illusies (maya) leeft, maar in ‘halve waarheid’. Dat is zo, omdat het niet waarvan zijn dat iets van jou helemaal niet aangesloten is op het bestaan. Dat kan alleen als je er niet zou zijn. Maar aangezien je er bent, verwijst elke ‘dwaling’ naar ‘wat waar is’. Elke verdwazing is een waarheid in de maak en is ook op waarheid aangesloten. Hoe komen we dan vanuit de ‘halve waarheden’ tot meer ‘waarheid’? 2.)

Essentie van niet essentie kunnen onderscheiden

In de grote wijsheid tradities bestaat er een metafoor van de mythe van de witte kraanvogel. Zie melk even als iets dat ware essentie representeert. Je kunt melk (essentie) aanlengen met water (‘niet essentie’). Het ego representeert een perspectief waarin melk (essentie en ‘waarheid’), met water (niet essentie en illusie) vermengd is. De mythische kraanvogel heeft het vermogen om de melk in de vermenging te zien en eruit te destilleren. De wijsheid tradities die zich bezig houden met zowel jezelf realiseren als puur bewustzijn (ik ben niets) als met wat dat kan betekenen in het leven (ik ben ook alles) praktiseren zelfrealisatie die het mogelijk maakt essentie van niet essentie te onderscheiden in alles wat aan ons bewustzijn verschijnt.

Vrij zijn om jezelf te zijn

Bij rusten in Puur Bewustzijn ben je vrij van alles. In vrij zijn van alles, ben je even los van elke identificatie en kun je zien wat er aan je verschijnt. Pas als je kunt rusten in dat wat voorafgaat aan elke vaststelling (in puur bewustzijn), kun je echt waarnemen wat opdoemt. Daarin is alles wat opdoemt onderdeel van het zijn. Zijn en worden zijn dan een. Wijsheid en Liefde liggen in elkaars verlengde. Vanuit integraal perspectief is dat ‘non-dualiteit’. Elke vorm die het afgescheiden zelf kan aannemen wordt hier teruggevoerd naar de bron waarin zijn en worden onverbrekelijk zijn. Alles kan hier opdoemen als zijnde jezelf. Zie hier de uiteindelijke en diepste betekenis van onze vele zelven.

Leegte en volheid

Het verwijlen in puur bewustzijn geeft de ervaring van een leegte. Deze leegte kan vol aanvoelen ook al wordt er niets specifieks ervaren. Rusten in puur bewustzijn is als het zijn van een rimpelloze vijver, als het water van de oceaan, als het lucht zijn van de hemel.
Het in puur bewustzijn opdoemen van alle objecten die kunnen bestaan, op alle mogelijke ontwikkelingslijnen die er zijn over de innerlijke en uiterlijke werelden, geven een volheid. Deze volheid is als een stromende warme rivier, als het oneindige bewegen, als het kolken van de oceaan, als de wolken de regen en de stormen in de hemel. Vanuit integraal perspectief is de totaliteit gevangen in de ‘formule’ ‘Leegte + Volheid’.
Wil je dit als jezelf leren kennen? Neem dan je bewuste ontwikkeling ter hand. (Zie Omega Levensschool >)

1.) Zie voor een weergave van de ‘ladder’ van het ‘zelf’ vanuit integraal; perspectief >

2.) In de ascetische tradities van een aantal wijsheidstradities, zoals Advaita binnen het Hindoeïsme, maar ook in bepaalde takken van het Boeddhisme wordt het ego gezien als iets dat louter illusies (Maya) produceert. Dit zijn tradities die zich terugtrekken uit de wereld en zich erin specialiseren om samen te vallen met puur bewustzijn. Dat zou dat het einde van het (non-duale) pad zijn. Vanuit integraal oogpunt wordt hier de wereld buitengesloten waardoor het ‘in de wereld zijn’ geen onderdeel van het pad is. Daarom blijft het juist duaal. Sri Aurobindo gaat voorbij deze ascetische benadering en spreekt over ‘Devine maya’ als het ‘zien’ van de ontvouwing van het bestaan. (Zie: Sri Aurobindo Life Devine Hoofdstuk XII ‘The Devine Maya’.)

Leave A Comment

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.